Terug naar de startpagina |
Waal Malefijt, Jan Hendrik de (1852-1931), minister van koloniën 1909-1913. (ARP).
Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Waal, Engelbertus de (1821-1905), minister van koloniën 1868-1870; onder zijn bewind kwamen in 1870 de Suikerwet en de Agrarische Wet tot stand. (Liberaal) Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Wahid,
Abdurrachman (Gus Dur). (1940-2009).
Vanaf 1984 was hij leider van Indonesisch en 's werelds grootste Islamitische organisatie: Nahdlatul Ulama (NU) met 25 à 30 miljoen leden. Hij was echter tegen de introductie van de islamitische wetten om tot een islamitische staat Indonesië te komen. Toen Soeharto uit tactische overwegingen in de periode van de Nieuwe Orde de Vereniging van Islamitische Intellectuelen (ICMI) instelde, wenste Wahid hier geen deel van uit te maken, en streefde hij juist de rechten van minderheden na. In 1999, na verkiezingen, volgde hij Habibie op als president. Al snel begonnen er procedures om hem af te zetten: in 2001werd hij opgevolgd door vice-president Megawati Soekarnoputri. Zie ook: Presidenten van de Republiek Indonesië. |
Wajang Javaanse legenden en de hindoeïstische heldendichten Ramayana en Mahabharata
Zie ook: Dalang |
Wali Sanga, De Negen (heilige predikers), die volgens de overlevering de islam over Java brachten. Eén van de negen is Soenan Goenoeng Jati |
Walraven, Willem (1887-1943) journalist, die zei:" Wij (de Nederlanders) leggen het hier (in Indië) af, zelf, of in ons nageslacht, maar aan hen (de inlanders) verandert niets. Nog geen krasje op een rots betekent onze invloed........" |
Wapenstilstandsakkoord 14 oktober 1946 in Batavia, ontstaan onder Britse druk. Het kwam tot stand door de onderhandelingen tussen Sjahrir en de Commissie-generaal. Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963. |
Wapenstilstandsovereenkomst medio augustus 1949 beëindigde de vijandelijkheden tussen het Indonesische en Nederlandse leger. Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963. |
Warga Negara =staatsburger. Bij de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949 werden alle "Inheemse en vreemde onderdanen zonder Nederlandse nationaliteit" automatisch Indonesisch staatsburger. Nederlanders kregen twee jaar het recht om voor Indonesië te opteren. De meesten deden niets en behielden hun Nederlandse nationaliteit. Dit leidde tot een gedwongen vertrek van vrijwel alle Nederlanders in de daarop volgende jaren. |
Waringin
Fraaie grote boom die overal in de Indische archipel voorkomt, en op Java
op geen aloen-aloen ontbreekt. De enorme
vertakking, de uitgebreidheid van de kroon en (bij sommige soorten) de op stammen lijkende luchtwortels geven de boom een mystiek uiterlijk, waarin,
volgens het bijgeloof, bovennatuurlijke krachten huizen.
|
Waroeng = eetstalletje aan de kant van de weg (tegenwoordig ook soms rijdend), levensmiddelenwinkeltje. |
Water-fiscaal
In 1666 als aanklager ingesteld, om de particuliere handel te
bestrijden. Hij kon VOC-dienaren
vervolgen (inclusief matrozen), maar ook vrije burgers. Zijn zaken kwamen
voor bij de Raad van Justitie. In
1807 werd de functie opgeheven en kwamen dergelijke zaken terecht bij de Advocaat-fiscaal.
Zie ook: Rechtspraak. |
Waterlooplein, zie bij Paleis Waterlooplein. |
Wedono (wedana) inlands districtshoofd op Java; inheems ambtenaar, verrichtte veel werkzaamheden samen met de controleur. Zie ook: Bestuursstructuur. |
Weeskamers Vanaf
1625 functioneerden deze kamers om te zorgen voor de belangen van
minderjarige weeskinderen en voor onbeheerde nalatenschappen van
Europeanen en Chinezen
De Boedelkamers hadden ongeveer dezelfde taak, maar dan voor "Vreemde Oosterlingen" die niet waren onderworpen aan de wetgeving voor Europeanen, en voor inlanders (in dienst van het Gouvernement). In 1872 werden de Boedelkamers opgeheven en namen de Weeskamers het geheel op zich. Hierbij werden de taken als volgt omschreven:
|
Wegener, P.F. directeur Binnenlands Bestuur, 1884-1885 |
Weitzel, August Willem Philip (1861-1896), minister van koloniën 1883-1884.
Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Welter, Charles Joseph Ignace Marie (1880-1972); minister van koloniën 1925-1926, 1937-1939 en 1939-1941. (RKSP / KVP).
Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Weltevreden : hoger gelegen landgoed buiten het ommuurde Batavia, door Gouverneur-generaal Mossel kort na 1750 gebouwd. Daendels maakte het tot officiële centrum van de bestuurlijke macht; het werd later tot centrum (Bovenstad) van Batavia. De benedenstad werd zakencentrum. |
Wener Congres
1814-1815, Aan het einde van de Napoleontische tijd werd Europa
herschikt. Zo ontstond het Koninkrijk der Nederlanden, inclusief België en
Luxemburg. Ook buiten Europa veranderde het een en ander: Nederlands-Indië
kwam weer terug in Nederlandse handen, maar Ceylon,
Zuid-Afrika en
Brits-Guyana (Barbice, Essequibo en Demerary) kwamen definitief in Britse
handen.
Zie ook: Vrede van Amiëns 1802. |
Wereldproductiecijfers, van de totale wereldproductie kwam vlak voor de Tweede Wereldoorlog uit Nederlands-Indië: |
Wereldtentoonstellingen
hebben de aandacht willen vestigen op nijverheid, handel, het
technisch kunnen, wetenschap en kunsten van de diverse landen. Nederland
had in de periode 1883-1931 daarbij tevens als onderdeel een koloniale
tentoonstelling; de belangrijkste staan hieronder vermeld.
De eerste wereldtentoonstelling was Londen in 1851 in het Chrystal Palace. Er kwamen maar liefst zes miljoen bezoekers op af.
Candi Sari, Parijs 1900
|
Werving KNIL-militairen, zie bij KNIL. |
Westerkwartier
:het gebied ten westen van Malakka met
haar VOC-vestigingen in o.a. India en
Ceylon werd het "Westerkwartier" genoemd.
Zie verder: VOC-vestigingen En ook: Oosterkwartier |
Westerling, Raymond (1919-1987) Bijgenaamd
de"Turk", omdat hij in Istanboel is geboren. Kapitein in het KNIL; hij voerde het commando over de
DST
(Depot Speciale Troepen), een
antiterreurgroep van 100 man, die op Zuid-Celebes (10-17 december 1946) op
brute wijze de rust herstelde. Zie ook: Oorlogsmisdaden-onderzoek '45-'49. |
West-Moesson is de natte periode (eind oktober tot eind mei), en waait uit het zuidwesten. Zie ook Oost-Moesson. |
Wet op de bestuurshervorming van Nederlandsch-Indië 1922 :
|
Wichers, jhr. Hendrikus Octavius (1831-1889), minister van koloniën (wnd.) in 1879. Liberaal. Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Widodo, Joko
(Jokowi) (geb. 1961)
In 2014 gekozen tot zevende president van Indonesië, als
opvolger van
|
Wiese, Albertus Henricus (1761-1810)
Gouverneur-generaal, 1805-1808.
Zijn periode als GG was economisch vrij gunstig ondanks het afkalven van de Nederlandse macht in de archipel, die zich eigenlijk beperkte tot alleen Java. Voor grote veranderingen heeft hij niet kunnen zorgen. Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Wijaya, Raden schoonzoon van Kertanegara; sticht na zijn dood (1292) een nieuwe stad: Majapahit. Met invallende Chinezen verslaat hij de moordenaar van Kertanegara: Jayakatwang, en vervolgens ook diezelfde Chinezen. Als koning Kertajarasa brengt hij Majapahit tot grootste en machtigste hindoe-Javaanse rijk. |
Wijck, jhr. Carel Herman Aart van der (1840-1914) gouverneur-generaal 1893-1899
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Wilde Scholen Na 1930 stonden 130.000 leerlingen ingeschreven. Het waren scholen die niet door de overheid werden gecontroleerd. Het leerlingenaantal was dubbel zo groot als dat van de overheidsscholen. |
Wilde Scholen Ordonnantie De overheid trachtte meer grip te krijgen op de "Wilde Scholen" door deze ordonnantie. Officieel ging het om de kwaliteit van het onderwijs. De beslissing of een vergunning kon worden verleend aan een school lag in handen van het hoofd van het Gewestelijk Bestuur, de resident. Deze kon echter ook vanwege 'staatkundige redenen' de vergunning weigeren. Hiertegen was in 1932 massaal verzet, waardoor de overheid gedwongen was in 1934 met een nieuwe ordonnantie te komen: toezicht kon nu pas achteraf plaatsvinden bij staatsgevaarlijke activiteiten, en gold alleen bij onderwijs aan kinderen. |
Wilhelmina 1942 hield de "7 december toespraak". (Op de Engelse kalender was het 6 december) Hierin meldde zij dat ieder deel van het Rijk in het vervolg geheel zelfstandig de eigen interne aangelegenheden zou kunnen behartigen, en er geen plaats meer zou zijn voor verschil van behandeling op grond van ras of landaard. Deze uitspraken kwamen tot stand door grote druk vanuit de Amerikaanse (U.S.A.) politiek, die het liefst zag dat alle koloniën in de wereld na de Tweede Wereldoorlog tot onafhankelijke staten zouden worden; dit inzicht werd door de U.S.A later bijgesteld toen de Koude Oorlog een aanvang nam. |
Wit, Augusta de (1864-1939), lit. "Orfeus in de dessa", "Verborgen bronnen", "De godin die wacht" |
|
Terug naar de startpagina |