Terug naar de startpagina
Paal is een lengtemaat: op Java 1506 meter en op Sumatra 1851 meter.
Pachtschat is de opbrengst van de verkoop van staatsopium aan de pachters.

Zie verder: Opiumregie.

Padie of padi rijst die op het veld staat

Padri-oorlogen 1821-1838 op westelijk Midden-Sumatra.

Orthodoxe moslims (De Padri) zetten zich fel af tegen het matriarchaat van de Minangkabauers, vanwege het opium roken, het drinken en gokken. Zij startten een burgeroorlog.

Val van Bondjol in 1832 en 1837. Leider van het verzet, Toeankoe Imam Bondjol geeft zich in 1837 over, en werd verbannen naar Ambon en later Manado. Definitief wordt de strijd beslist in 1838 met de verovering van Daloe Daloe

Pahud de Mortanges, Charles Ferdinand (1803-1873)

      minister van koloniën 1849-1856, gouverneur-generaal 1856-1861
  • 1823: naar Indië als ambtenaar 4e klasse. Werkzaam bij de belastingen en de in- en uitvoerrechten
  • 1839: voor verlof naar Nederland en in 1840 terug in Indië
  • 1841: inspecteur van financiën
  • 1844: directeur van de gouvernementsproducten en burgerlijke magazijnen
  • 1847: naar Nederland
  • 1849: aldaar secretaris-generaal bij het departement van Koloniën. Titel: staatsraad in buitengewone dienst. Vervolgens minister van Koloniën tot 1855 (1856)
  • 1854: het door hem voorgestelde en door Baud ontworpen Regeringsreglement wordt aangenomen:
  • 1855: hij legt de portefeuille van koloniën neer, vanwege zijn benoeming tot Gouverneur-generaal
  • 1856-1861: in functie als Gouverneur-generaal
  • Na terugkeer in Nederland trok hij zich terug uit het openbare leven

Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij en Ministers van Koloniën.

Pajajaran West-Javaans rijk, dat twee eeuwen onafhankelijk bestaat naast het rijk van Majapahit. Zij vestigen zich in 1333 in de hoofdstad Pakoean, bij Buitenzorg (Bogor)

In 1522 wordt er een verbond gesloten met de Portugezen. Na de val van Majapahit in 1527 zijn Pajajaran en Blambangan de laatste hindoe-rijkjes op Java. 1527 Demak verslaat de Portugezen in Soenda Kelapa, en Banten komt los van Pajajaran.  Het einde van dit hindoe-rijkje is in 1579 als het wordt veroverd door de Banten.

Pajong zonnescherm als onderscheidingsteken voor inheemse hoofden


Pajong van de Susuhunan van Solo

 


Pajong op schilderij van Albert Cuyp

 

Pakoe Alam Vorstenland, dat zich in 1813 afsplitst van Djokjakarta en het vierde Vorstenland wordt. Na de Revolutie had het geen speciale status meer.

Paleis Buitenzorg, zie Buitenzorg.
Paleis Koningsplein, gebouwd in 1879. In 1949 vond hier, naast die in Amsterdam, de Soevereiniteitsoverdracht plaats.

Tegenwoordig heet het: Istana Merdeka.

Paleis Rijswijk, gebouwd in 1796. Er werd in 1947 het akkoord van Linggadjati gesloten.

Het paleis heet nu 'Istana Negara'.

Paleis Waterlooplein, bedoeld als paleis voor Daendels; de bouw startte in 1809 maar was pas in 1826/1828 gereed. Het 160 meter brede gebouw kreeg de bijnaam 'Het Witte Huis' (Gedung Putih). Het paleis bevatte de Landsverzameling.

Voor het paleis stond de Waterloozuil, geplaatst in 1828. De leeuw was een kleine kopie van het beeld in het echte Waterloo (België); de vreemde verhouding van plompe zuil en kleine leeuw gaf het de bijnaam van 'poedeltje'. Ook het beeld van J.P. Coen, dat in 1876 was geplaatst, stond voor dit brede paleis.

Standbeeld J.P. Coen

Heden is Gedung Putih in gebruik van het ministerie van Financiën, de zuil is in 1942 door de Japanners omgegaan, en het beeld van Coen (pas) in 1943.

Palembang Een VOC-locatie op Sumatra, met de volgende vestigingen:
  • Palembang, vanaf 1619, comptoir. Product: peper.
  • Jambi: zie Jambi.

Palmolie komt van de vrucht van de oliepalmboom. Vanaf 1914 vooral op Sumatra's oostkust en in Atjeh. Bijna 24% van de wereldproductie vóór de Tweede Wereldoorlog kwam uit Nederland-Indië. Het vet wordt gebruikt voor margarine en zeep.

Zie ook: Klapperboom of kokospalm, Kopra en Wereldproductiecijfers.

Pancasila /Pantjasila("Vijf principes") door Soekarno geformuleerd tijdens bijeenkomst Commissie tot Onderzoek van de Onafhankelijkheid mei 1945: één van de fundamenten van de republiek Indonesië, als synthese van de westerse democratische idealen, het marxisme, de islam en de adat.

  • Nationalisme / nationale eenheid
  • Menselijkheid.
  • Democratie.(mufakat = overleg)
  • Sociale gerechtigheid.
  • Geloof in één almachtige God / vrijheid van godsdienst
Pandeling, een schuldslaaf, iemand die in het krijt stond bij de pandbezitter en dit niet kon terugbetalen; om die reden moest hij werk voor hem verrichten. 
Pandhuizen Wie niet over (genoeg) geld beschikte, kon tegen inlevering van een bepaald product hiervoor geld ontvangen. Na een bepaalde termijn kon men zijn eigendom terugkopen, aangevuld met een vergoeding cq. rente. Werd het product niet teruggekocht, dan kon het geveild cq. doorverkocht worden. Het Gouvernement verpachtte pandhuizen meestal aan Chinezen. Omdat woekerrentes geen uitzondering waren, waardoor de oorspronkelijke eigenaren hun producten nooit meer konden terugkopen, besloot de overheid in 1903 onder Gouverneur-generaal Rooseboom tot het instellen van de 'Pandhuisdienst' in eigen beheer. Voor beleningen boven de 100 gulden kon men dan alleen hier terecht.

Pangèran hoogste adellijke Javaanse titel, na die van vorst. De oudste zoon van de padmi (hoofdvrouw van de vorst) draagt, als hij volwassen en kroonprins is, de titel van pangèran adipati anom.

Pangkal Pinang – Conferentie 1-12 oktober 1946 in de Riouw-archipel, waar 80 Nederlanders, Chinezen en Arabieren met Luitenant-gouverneur-generaal Van Mook bijeenkwamen om te spreken over de rechtspositie van de minderheden na de machtsovername van de Republiek. 

Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963.

Panitia Persiapan Kemerdikaan Indonesia (PKKI), de commissie die de Indonesische onafhankelijkheid moest voorbereiden, en 18 augustus 1945 geïnstalleerd zou worden. Door de plotselinge capitulatie van Japan waren Soekarno en Hatta gedwongen daardoor de Proclamatie reeds op 17 augustus uit te spreken.

Pantjendiensten herendiensten van huiselijke of andere aard verricht ten gunste van een inheems hoofd.

Paramilitaire Organisaties tijdens de Japanse bezetting

  • heiho = hulpsoldaat: vooral inheemse ex-KNIL-militairen; niet bewapend, wel militair opgeleid
  • 1943: Keibodan = hulppolitie
  • 1943: Seinendan = "arbeidsdienst"
  • 1943: vrijwilligersleger –Tentara Soekarela Pembela Tanah Air = PETA
  • 1944: para-militaire jeugdorganisatie: de Barisan Pelopor = Het Voortrekkers Korps: viel onder de Djawa Hokokai, en opgericht door Soekarno
Parindra zie Partai Indonesia Raya

Parra, Petrus Albertus van der (1714-1775)

  • Hij werd geboren in Colombo, en heeft Nederland nooit gezien.

  • In 1736 naar Batavia.

  • Hij werd gouverneur-generaal (1761-1775). De vrije handel werd weer toegestaan, maar het was voor de VOC te laat om door inschakeling van particulieren Batavia nog tot bloei te brengen. Van der Parra was een typische regent: hij bevoordeelde zichzelf, maar ook een kring van vrienden met geld, goederen en banen. Zelf hield hij een grootse levensstijl aan, en in Indië werd in het gebied van de VOC zijn verjaardag als nationale feestdag gevierd.

  • In 1770 smokkelden Fransen nootmuskaatbomen en duizenden zaden en noten  van de eilanden, waardoor na verloop van tijd het monopolie werd doorbroken.

Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij.

Partai Indonesia = Partindo, 1930/1931 werd opgericht na de vonnissen van het proces 1930 tegen Soekarno e.a. De nationalisten stelden zich nu voorzichtiger en conservatiever op: uit lijfsbehoud. In 1936 ontbond de partij zich zelf.

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Partai Indonesia Raya 1935 opgericht (Parindra): o.l.v Soetomo; was een stuk coöperatiever: Indonesië moest geleidelijk tot onafhankelijkheid komen

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Partai Komunis Indonesia(PKI) 1924 Communistische Partij

  • 1920 ontstaan als Perserikatan Komunis di India
  • 1926: PKI organiseert algemene staking en opstand op Java: er werd snel een einde gemaakt aan de onrust.
  • 1927: PKI brengt acties op Sumatra. Het KNIL herstelde in beide gevallen de rust: toch was er grote onrust onder de Europeanen. Duizenden communisten werden opgepakt, en 800 van hen werden geïnterneerd in Boven-Digoel (Nieuw-Guinea). De PKI moest ondergronds.
  • 21 oktober 1945 wordt de PKI weer actief en liet flink van zich horen tijdens de Madioen-opstand in 1948
  • Toch komt de partij in de 50'er jaren weer tot grote groei.
  • Bij coup van 1965 is het nog altijd niet duidelijk wat de rol van de PKI is geweest, maar er volgt wel een ware heksenjacht op alles wat naar communisme zweemt.
  • In 1966 wordt de PKI definitief verboden.

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Partai Nasional Indonesia (PNI)  

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Partai Sosialis 17-12-1945 een samengaan van PARSI (Partai Sosialis Indonesia: vooral aanhangers onder vooroorlogse GERINDO) en PARAS (Partai Rakjat Sosialis: Sjahrir aanhangers)

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Participant de kleinere aandelenbezitter van de VOC; zij kwamen uit alle lagen van de bevolking, tot dienstbodes aan toe! Zij brachten hun geld in bij de Hoofdparticipant.

Zie ook: VOC-Organisatie en VOC-Aandelen

Particuliere Handel 19e eeuw. Het aandeel van de particulieren in de export steeg rond de beëindiging van het Cultuurstelsel spectaculair:
  • tot 1845: minder dan 20%
  • 1845-1853: 20-30%
  • 1853-1867: 30-40%
  • 1867-1871: boven de 40%
  • na 1871 liep het percentage op naar 70%.

Rond 1880 was er een crisis: particulieren krijgen het moeilijk; Nederlandse banken zijn bereid tot financiële steun, maar gaan hierdoor ook een groter stempel drukken, zodat de sturing vanuit Nederland belangrijker wordt.

Zie voor groei aantal Europeanen in de 19e eeuw bij Europese mannen in Indië.

Pasanggrahan gebouw bestemd tot tijdelijk verblijf van gouvernementsambtenaren op doorreis.

Pasar markt of marktplaats. Het woord zou komen van het Arabische 'bazar', anderen betwijfelen dit. 

Tot 1851 was het algemeen dat het gouvernement de pasar verpachtte (pasarpacht of passerpacht), meestal aan Chinezen. Dezen maakten hiervan vaak misbruik: mensen die met hun handel op de markt kwamen moesten over bijna alles (zelfs voor een baby die door de moeder werd gedragen!) belasting betalen aan de pachters. Dit werd als bijzonder ergerlijk ervaren en gaf onvrede gaf bij de bevolking. 

In 1851 startte Gouverneur-generaal Duymaer van Twist met de afschaffing van de pacht: in 1855 was Java pasarpachtvrij, behalve op particuliere landerijen (maar ze mochten geen nieuwe markten starten), en in de Preanger pas in 1871.

'Pasar' van Marcel Duran

Een aantal soorten markten:

  • Pasar malam =  avondmarkt

  • Pasar malam besar = grote avondmarkt, met attracties, die een paar dagen duurt

  • Pasar gelap = zwarte markt

  • Pasar raya =  supermarkt

  • Pasar burung = vogelmarkt

  • Pasar hèwan = veemarkt

  • Pasar ikan = vismarkt

Pasarbelasting: zie Pasar  
Pasemahers wonen ten oosten van de vulkaan Dempo op Sumatra. Ze zijn van het Maleisische ras met sterke Javaanse invloeden. Animistische elementen zijn nog sterk aanwezig. Hun taal wordt door ca. 400.000 mensen gesproken (1989).

Zie ook: Bevolkingsgroepen

Patih een soort 'eerste minister' van de regent. Zie ook Bestuursstructuur.

Patras, Abraham (1671-1737)

  • Als 14-jarige ontvluchtte hij met z'n ouders Frankrijk, omdat ze Hugenoten waren.

  • In 1690 kwam hij naar Indië, eerst Batavia en toen Ambon

  • In 1707 werd hij opperhoofd in Djambi (Sumatra), en daarna opperhoofd in Palembang, gezaghebber van Sumatra's westkust en directeur in Bengalen

  • In 1730 kwam hij definitief naar Batavia, en werd buitengewoon lid van de Raad van Indië.

  • Hij werd gouverneur-generaal (1735-1737). Zijn verkiezing verliep op vreemde wijze: in de Raad van Indië hadden de stemmen gestaakt toen de tegenstanders van Valckenier Patras verkozen. Bij loting (via de hoed!) werd Patras daarop tot Gouverneur-generaal aangewezen.

Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij.

Patria Hiermee werd het vaderland Nederland bedoeld; iemand was voor een tijdje 'in patria', of ging 'naar patria'.

Pattimoera (Thomas Matoelesia), Ambonees en christen, sergeant-majoor in het Britse leger, leider van het verzet in 1817 op Saparoea bij Ambon, vanwege de terugkeer van de Nederlanders en de beperking van rechten; Pattimoera veroverde het fort Duurstede op Saparoea: het gehele garnizoen kwam om het leven, behalve het zoontje van de resident Van den Berg. Schout-bij-Nacht Buyskes kwam om de orde te herstellen. Pattimoera werd terechtgesteld

Pauperisme-Commissie 1900 Ingesteld om een onderzoek in te stellen naar oorzaken van de armoede bij Indo-Europese Nederlanders. Van de aanbevelingen in 1902 door de Commissie (met o.a. A.S. Carpentier Alting) kwam weinig terecht. Toen kort daarop de economie aantrok, nam deze veel van de problemen weg.
Pax Neerlandica oftewel 'de Nederlandse vrede'. Hiermee wordt bedoeld het bewerkstelligen van het Nederlandse gezag in de 19e en 20e eeuw in de Indische archipel, waarna een burgerlijk bestuur kon worden ingesteld.
Pelita Stichting die vanaf eind veertiger jaren Indische Nederlanders en Molukkers ter zijde staat, waarbij het in eerste instantie ging en gaat om praktische zaken: huisvesting, hulp bij het invullen van formulieren, gespreksgroepen, etc. Kortom: hulp op (persoonlijke) maat. Vanuit de overheid kwam de vraag om de aanvraagbegeleiding bij uitkeringswetten op zich te nemen. 

Vanaf 2001 is de afhandeling van de repatriëringregeling bij Pelita ondergebracht, waarbij ex-KNIL-militairen en voormalig personeel van de Koninklijke Marine van Molukse origine, die in 1951 en 1952 naar Nederland zijn gekomen, kunnen terugkeren naar Indonesië.

Zie ook: Repatriëring.

Pelopor voortrekker, voorvechter. Zo noemden de Indonesische vrijheidsstrijders zich vanaf de Japanse periode. In de Bersiap-periode verbasterden de Nederlanders dit in 'ploppers'.

zie ook: Paramilitaire Organisaties

Pemoeda, Jeugdbeweging die zich na de Japanse capitulatie fel verzette tegen de terugkeer van de Nederlanders.

Zie ook: Bersiap.

Pemoeda Republik Indonesia (PRI) opgericht op 23 september 1945, bestormde een paar dagen na het "Vlagincident" van 19 september 1945 in Soerabaja Japanse gebouwen om zich daar de aanwezige wapens toe te eigenen.

Zie ook: Bersiap.

Pendidikan Nasional Indonesia 1931, PNI-Baroe genoemd. Bedoeld als opvolger van de opgeheven Partai Nasional Indonesia, maar Soekarno was er geen lid van. Haar politieke richting was links, maar niet marxistisch. De PNI-baroe bleef non-coöperatief in haar bestaan tot de Japanse verovering.

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Pendopo een open voorgalerij of voorveranda (soms met zuilen), aan het huis van aanzienlijke Javanen, meestal met marmeren vloer en een ver uitstekend en tot ver naar beneden doorgetrokken dak. Het woord wordt ook gebruikt voor ontvangstzaal, cq. -ruimte, aula en dansruimte.

Penghoeloe islamitische leraar in dienst van het gouvernement

Peper Vóór de Tweede Wereldoorlog kwam 85% van de wereldproductie uit Nederlands-Indië, bijna geheel uit bevolkingstuinen.

Peper vinden we op Sumatra:

  • Lamponse districten (zwarte peper, geplukt uit de onrijpe vrucht )
  • Banka (witte peper, geplukt uit de rijpe bessen)
  • Atjeh

Verder op Borneo. Reeds in oude tijden bestond er een pepercultuur in de Indische archipel

Zwarte peper.

Zie ook bij:  Wereldproductiecijfers.

Perhimpoenan Indonesia zie bij Indische Vereniging

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Perintah Aloes 'zachte dwang', die uitgeoefend werd om de inheemsen ergens van te overtuigen.

Perkeniers (gewezen dienaren van de VOC en andere Europeanen) kregen vanaf 1627 een stuk grond of perk in pacht op de Banda-eilanden, na het uitmoorden van de bevolking in 1621 door J.P.Coen. In de aanvang was de grond verdeeld in 68 perken of tuinen: 31 op Ay, 34 op Lonthoir en 3 op Banda Neira. Het benodigde aantal slaven hing af van het aantal bomen: één slaaf per ca. 100 bomen. Zij werden perkslaven of perkhorigen genoemd.
De nootmuskaat mocht uitsluitend aan de VOC worden verkocht. De Perkeniers maakten een periode van grote bloei mee, die gelijk met de neergang van de VOC, in de loop van de 18e eeuw verminderde.

De perken werden (als pacht) al ruim twee eeuwen van vader op zoon overgeërfd, toen in 1845 de perkeniers ook juridisch eigenaar werden. Het nadeel was, dat erfopvolgers mede-eigenaar werden van de perken, zodat een perk vaak vele eigenaars had, met alle complicaties van dien.

Een korte en grote opbloei volgde na het einde van de gedwongen cultures in 1863, omdat vanaf 1864 de perkeniers hun producten op de vrije markt konden aanbieden. Bovendien vernielden in andere gebieden (Malakka) plantenziektes de oogst en ontstond een nieuwe markt in de Verenigde Staten, waardoor de prijzen omhoog schoten.

In 1958 werden alle 34 perken genationaliseerd en vertrokken vele eigenaars naar Nederlands. Pas in 1978 lukte het via procedures een deel weer in particuliere handen te krijgen. De laatste perkenier Wim van den Broeke kreeg 12,5 ha. Hij overleed  in 1999 en werd opgevolgd door z'n zoon Paulus.

Perkeniers waren Europeanen, maar door hun huwelijken met inlandse vrouwen door de eeuwen heen, waren ze sterk 'verinlandst': qua uiterlijk, qua gewoonten. Wel spreken ze Nederlands, en bleven ze Christen.

Perlindoengan "beschermingskampen"; vanaf oktober 1945 ingericht om Nederlanders en Indische Nederlanders opnieuw te interneren; de Republiek deed dit voor hun veiligheid, maar ook om te voorkomen dat deze mensen zich gingen bemoeien met het herstel van het koloniaal gezag. In totaal werden zo'n 220 kampen op Java ingericht.

Perron, Edgar du (1899-1940) lit. "Het land van herkomst", "De man van Lebak"

Persatoean Perdjoeangan 01-1946 volksfront waar Lasykar en pemoedagroeperingen, en vrijwel alle politieke groeperingen zich bij aansloten onder de leuze "100% Merdeka": dus geen ruimte voor onderhandelingen met de Nederlanders.

Persbreidelwet 1931 Censuur achteraf kon met deze wet worden toegepast om de pers te controleren.

Ter illustratie: tussen 1931 en 1936 kregen 27 bladen een tijdelijk verschijningsverbod, van de ca. 37 dag-, 122 week-, en 248 maandbladen in de Indonesische talen.

Zie ook: 'Kranten'.

Perserikatan Komunis di India 1920 (PKI) kwam voort uit de ISDV van Sneevliet. In 1924 veranderde zij haar naam in Partai Komunis Indonesia.

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Perserikatan Nasional Indonesia (PNI), in 1927 door Soekarno opgericht

Doel: onafhankelijkheid van Indonesië. Zij kozen voor een houding van non-coöperatie met 't koloniale gouvernement. Middel hiertoe was het mobiliseren van de massa.

  • 1928 vond het eerste nationale congres plaats, en de naam werd gewijzigd in: Partai Nasional Indonesia
  • 1929: honderden PNI-leden, ook Soekarno, werden gearresteerd
  • 1930 Landraad te Bandoeng: proces tegen de vier voormannen van de partij: zie Proces 1930

De PNI werd door de leiding ontbonden na het vonnis; onmiddellijk werd een nieuwe partij opgericht: Partai Indonesia = Partindo

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Perzië was één van de VOC-locaties.

Belangrijkste vestigingen:

  • Esfahan (of Ispahan). Comptoir van 1623-1747. Hoofdcomptoir en directie van 1623-1638. Product: zijde.
  • Bandar-e Abbas (of Gamron). Comptoir van 1623-1766. Hoofdcomptoir en directie van 1638-1755. Producten: zijde, rozenolie, wol.
  • Al Basrah (nu Irak). Comptoir.
  • Aden (in huidige Yemen). Comptoir 1614-1620. Producten: Arabische gom en wierook.
  • Band-e Kong (of Congo). Comptoir 1665-1753. Product: parels.

Tot 1632 ressorteerde Perzië onder de VOC-directie van Suratte.

De Directeuren (Directeurs):

  • 1632-1633 Hendrik Hagenaar
  • 1633-1638 Nicolaas Jacobsz Overschie
  • 1638-1639 Adam Westerwolt
  • 1639-1641 Adriaan van Oostende (waarnemend)
  • 1641-1643 Wollebrant G(h)eleynszn. de Jong(h)
  • 1643-1645 Carel Constant
  • 1645-1647 Wollebrant G(h)eleynszn. de Jong(h)
  • 1647-1649 Nicolaas Verburg (zie hem ook bij Formosa)
  • 1651-1653 Dirck Sarcerius
  • 1654-1655 Joan Berkhout
  • 1656-1661 Jacob Willemsen
  • 1661-1666 Hendrik van Wijck
  • 1666-1667 Huybert de Lairesse (zie hem ook bij Suratte)
  • 1667-1670 IJsbrand Godske (zie hem ook bij Malabar en Zuid-Afrika)
  • 1670-1671 Lucas van der Dussen (zie hem ook bij Malabar)
  • 1671-1673 François de Haze (zie hem ook bij Bengalen)
  • 1673-1680 Frederik Lambertsz Bent
  • 1680-1683 Reynier Casembroot 
  • 1683-1688 Justus van den Heuvel
  • 1689-1690 Joannes Keyts (zie hem ook bij Siam)
  • 1693-1695 Adriaan Verdonk
  • 1695-1697 Alexander Bergainje
  • 1698-1700 Jacobus Hoogkamer
  • 1700-1705 Magnus Wichelman (zie hem ook bij Malabar)
  • 1705-1708 Frans Castelyn
  • 1708-1712 Willem Backer Jacobszn.
  • 1712-1713 Pieter Macaré, de jonge
  • 1713-1714 Willem Backer Jacobszn.
  • 1714-1715 Hendrik Grousius
  • 1715-1718 Johan Josua Ketelaar (Zie hem ook bij Mocca)
  • 1718-1721 Jan Oets
  • 1722-1724 Johannes de Croeze

Gezaghebbers:

  • 1724-1728 Pieter 't Lam
  • 1728-1735 Leendert de Cleen (de Kleene)
  • 1736-1740 Carel Coenad
  • 1744-1749 Abraham van der Welle

Residenten:

  • 1749-1751 Jacob van Schoonderwoerd
  • 1751          Huybert Johan de Heere
  • 1752-1755 Jacob van Schoonderwoerd
  • 1755         Gerrit Aansorg
  • 1755-1759 Tido Frederik van Kniphausen
  • 1759-1762 Jan van der Hulst
  • 1762-1766 Wilhelmus Johannes Buschman

PETA (Tentara Soekarela Pembela Tanah Air). Indonesisch vrijwilligersleger, in 1943 opgericht.

Petitie-Soetardjo De gematigde nationalist Soetardjo, kreeg de Volksraad  in 1936 mee om zijn petitie te ondersteunen (26 stemmen vóór, 20 tegen):

  • "...... met het verzoek te willen bevorderen, dat een conferentie van vertegenwoordigers van Nederland en Nederlandsch-Indië worde bijeengeroepen, welke conferentie op den voet van gelijkberechtigdheid een plan zal hebben op te stellen, teneinde aan Nederlandsch-Indië langs den weg van geleidelijke hervorming binnen tien jaar, althans binnen een zodanigen tijd als de conferentie voor de uitvoering van de gedachte mogelijk zal achten, den staat van zelfstandigheid toe te kennen binnen de grenzen van artikel 1 van de Grondwet."

Kortom, een verzoek tot een zelfstandige positie van Indië binnen het Koninkrijk.

In de definitieve versie van de petitie die naar Koningin, Eerste en Tweede Kamer en de minister van koloniën werd gestuurd, was de tijdspanne "tien jaar" weggelaten.

Buiten de Volksraad in Nederlands-Indië werd de petitie door de coöperatieven redelijk positief beoordeeld, maar ging uiteraard voor de non-coöperatieven lang niet ver genoeg en onder de bevolking leefde het niet. 

In Nederland waren de reacties in de pers uiteenlopend. 

De Petitie Soetardjo werd besproken in de Eerste en Tweede Kamer, waar de nadruk werd gelegd op de staatsrechtelijke onmogelijkheid er van. Toen het advies en het oordeel van de Gouverneur-generaal over de petitie in Den Haag aankwam (en dat had heel lang op zich laten wachten!), werd de petitie via Koninklijk Besluit in 1938 volledig afgewezen.

Soortgelijke moties waren van:

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Petji bijna tot een nationaal symbool geworden islamitisch hoofddeksel van de mannen (Soekarno!): zwarte fez (kopiah) van fluweel of vilt. (Nederlands pet of petje)

Petroleum De winning startte in 1888 in Nederlands-Indië als industrie. Sumatra bracht 2/3 deel op, verder van Borneo. Vóór de Tweede Wereldoorlog leverde Nederlands-Indië 2 à 3% van de wereldproductie.

Zie ook: Aardolie.

PID (Politieke Inlichtingen Dienst), in 1916 opgericht, en had vooral als taak het opsporen van nationalisten.

Pijnacker Hordijk, Cornelis (1847-1908)

Gouverneur-generaal 1888-1893

  • 1873: promoveert in de rechten te Utrecht en is korte tijd advocaat in Rotterdam
  • 1874-1881: hoogleraar in het burgerlijk recht en rechtsgeschiedenis aan het atheneum in Amsterdam, weldra universiteit geheten
  • 1881-1882: hoogleraar aan de universiteit te Utrecht: oud-vaderlands recht
  • 1882-1883: minister van Binnenlandse Zaken, daarna ambteloos
  • 1885-1888: commissaris van de Koning in Drente
  • 1888-1893: Gouverneur-generaal in Indië:
    • 1890 gaf hij toestemming tot oprichting van het korps marechaussee, dat later van grote betekenis zou worden bij de onderwerping van Atjeh
    • expedities waren er tegen de Batak op Sumatra, acties in West-Borneo en tegen Flores
    • op Java en Madoera kwam een betere regeling van de herendiensten
    • er kwam een reorganisatie van het inlands onderwijs
    • het Pasteur-instituut werd opgericht
  • 1894-1902: lid van de Eerste Kamer

Verder is hij bekend geworden door het publiceren van artikelen over recht en over Middeleeuwse handschriften.

Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij.

Pikol handelsgewicht 61,76 kg

Pinas Scheepstype dat in de VOC-periode werd gebruikt. Het schip werd ontwikkeld in de 2e helft van de 16e eeuw, was klein en snel, en werd ook wel met de term 'jacht' aangeduid. Soms werden grote sloepen die de VOC-schepen aan boord hadden ook pinassen genoemd.

De bekendste kleine Pinas is de 'Duyfken', die meevoer met de vloot van Cornelis de Houtman 1595-1597, tijdens de eerste reis naar Oost-Indië. Het schip had toen een bemanning van 20 koppen en maakte verkenningstochten voor de vloot uit. De 'Duyfken' had een tonnage van 50 en werd gebouwd in 1594.

In de loop van de 17e eeuw ondergaat dit type schip een schaalvergroting, tot aan de 'Drie Kronen', gebouwd in 1693 en met een tonnage van 1075.

Kenmerken van het grotere schip:

  • driemaster
  • met een extra mast op de boegspriet
  • galerij om het achterschip, die er was voor de verfraaiing, maar ook diende als uitkijkplaats en als toilet voor de officieren.

Zie ook: VOC-Scheepstypen

PKKI zie Panitia Persiapan Kemerdikaan Indonesia

PKI zie Partai Komunis Indonesia

Plakkaat tegen Pracht en Praal 1753 / 1754. Door Gouverneur-generaal Mossel ingestelde lange rij van maatregelen om de overdreven uiting van macht en rijkdom door de compagnie te beteugelen. Tot in de kleinste details worden geboden en verboden beschreven op het gebied van kleding, eten en drinken, vervoer, festiviteiten.

Voorbeelden: de Gouverneur-generaal mocht zes paarden voor de koets hebben, de leden van de hoge regering 'slechts' vier; wie zich er niet aan hield kreeg een boete van 1000 rijksdaalders, en de paarden werden in beslag genomen. Een oud-Gouverneur-generaal mocht drie slaven achter zich aan laten lopen, een gewoon burger slechts één!

Al eerder had de regering instructies doen uitgaan in o.a. 1617, 1632, 1680, 1704, 1719, 1729 en 1733, maar die van Mossel spanden de kroon.

Pleijte, Thomas Bastiaan (1864-1926), minister van koloniën 1913-1918

Zie ook: Ministers van Koloniën.

Ples, D. directeur Binnenlands Bestuur, 1882-1884

Plopper Nederlandse verbastering in de Bersiap van het Indonesische woord 'pelopor', dat voortrekker of voorvechter betekent.

zie ook: Paramilitaire Organisaties.

PNI zie:

Zie ook: Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw.

Poenale Sancties zijn strafbepalingen als onderdeel van de Koelie-ordonnanties, gericht tegen koelies die zich niet aan de werkovereenkomsten hielden. Veelal ging het om het weglopen van de koelie vanwege de slechte werk- en leefomstandigheden. Het geven van lijfstraffen was hierbij geen uitzondering.
In 1931 officieel afgeschaft, deels vanwege de heersende economische wereldcrisis (er waren toch voldoende werkkrachten), maar vooral door de druk van buitenaf: in de Verenigde Staten dreigde een boycot van producten uit o.a. Nederlands-Indië.

Poepoetan massale zelfmoord door koninklijke families op Lombok (1894) en Bali (1906) door met simpele wapens het Nederlandse vuur in te lopen op het moment dat de nederlaag onafwendbaar was.

Poesat Tenaga Rakjat (Poetera) 1943 opgericht = Centrum van de Volkskracht. Zij wilde de bevolking enthousiast maken voor de Japanse zaak, en westerse invloeden verder uitwissen. Leiders: Soekarno, Hatta, Dewantoro, kyai hadji Mas Mansoer. Er werd alleen propaganda gemaakt voor de Japanse zaak. Poetera werd in februari 1944 opgeheven, en 1 maart 1944 vervangen door de op Japanse leest geschoeide Djawa Hokokai; Japanners hadden de leiding; Soekarno en Hatta waren slechts adviseurs

Poetera zie Poesat Tenaga Rakjat

Politieke Inlichtingen Dienst (PID), in 1916 opgericht, en had vooral als taak het opsporen van nationalisten.

Politieke Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw

Oorzaken:

-   VOC en Cultuurstelsel lieten het oude feodale bestuur bestaan en maakten gebruik van die feodale macht.

-   De opkomst van het moderne kapitalisme, vooral na 1870, bleek een actief ingrijpen in de Indische samenleving, waardoor de inheemsen in een langzaam proces steeds losser kwamen te staan van de al eeuwenlang bestaande maatschappelijke verhoudingen, waardoor er ruimte ontstond voor nieuwe interne ontwikkelingen.

-   Het sterkst werd dit ervaren in de steeds verder aangroeiende steden

-   Het onderwijs kweekte zelfstandiger denkende mensen, en zeker binnen de groep van  academisch geschoolden had een proces van bewustwording plaats, dat in groeiende mate zich ontwikkelde.

-    Het Aziatisch zelfbewustzijn heeft een fundamentele en niet te onderschatten impuls gekregen, toen Japan als overwinnaar uit de Russisch-Japanse oorlog (1904-1905) kwam.

 Verloop:

-    De eerste zichtbare ontwikkeling in verenigingsverband was Boedi Oetomo in 1908. Zij streefde naar culturele verheffing van het Javaanse volk en trachtte haar toestand te verbeteren in samenwerking met de Regering.

-    In 1912 ontstaat de pre-nationalistische Sarekat Islam; in oorsprong een economische beweging, die de geestelijke ontwikkeling en de materiële belangen van de Indonesiërs voorstond

-    Radicaler en politieker, nu voor het eerst gericht tegen het Nederlands gezag, waren de Indische Sociaal-Democratische Vereeniging  en de Indische Partij. Zij waren anti-kapitalistisch en anti-imperialistisch: marxisme en communisme vormden de leidraad

-    Tussen alle bewegingen door en al vanaf eind 19e eeuw spelen de Indo-Europeanen hun rol, ingeklemd tussen de Indonesiërs en de Europeanen.

-   Met de ontwikkelingen in Europa tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog met oproeren en omwentelingen, werden de Indische Regering en de Europeanen paniekerig en uitte Gouverneur-generaal Van Limburg-Stirum in 1918 de November-beloften.

-   De Volksraad, die vanaf 1918 opereert, is niet het platform waarin de meeste Indonesische groepen vertrouwen hebben.

-   Men kreeg de non-coöperatieven en de coöperatieven: alleen de laatsten wilden met de Regering samenwerken zoals in de Volksraad

-   In 1926 en 1927 zijn er communistische opstanden: PKI wordt verboden . Bovendien wordt vanaf 1930 de PNI van Soekarno aangepakt

-   Deze aanpak, tezamen met de economische wereldcrisis verlamden de politieke ontwikkelingen van de nationale bewegingen.

-   Toen de economie weer opkrabbelde, Gouverneur-generaal De Jonge weg was en zijn opvolger Tjarda van Starkenborgh Stachouwer het roer had overgenomen ontstond er weer een opleving. Toen de overheid geen concessies wilde doen (Petitie Soetardjo) kwam er een samenballing van krachten: de GAPI ontstond.

-   Naarmate de Japanse dreiging groter werd, werden veel non-coöperatieven coöperatief, behalve PNI-Baroe en Partindo

-   Na mei 1940 waren de bewegingen pro-Nederland! Opnieuw werd een poging ondernomen die tot concessies zou moeten leiden, o.a. de kwestie van het opstellen van een Inheemse Militie, maar de Regering gaf geen krimp, want door de Tweede Wereldoorlog kon immers de Staten-Generaal in Nederland niet functioneren. Hierop volgde een  nieuw samenwerkingsverband: de MRI

-   De Commissie Visman doet een eigenlijk overbodig uitgebreid onderzoek, vooral om tijd te rekken. Conclusie: geen enkele groepering wilde los van Nederland, maar wel zelfstandigheid binnen een Koninkrijksverband

-   De houding van de Indonesiërs vóór de Japanse aanval was: die Hollanders doen wel beloftes, en geven hoop, maar er gebeurt niets

-   Na de Japanse capitulatie was er een volksbeweging die wapens in handen kreeg, en in de intellectuele Indonesische kringen was er totaal geen vertrouwen meer in de Nederlanders.

Opsomming van de belangrijkste bewegingen en partijen in de 20e eeuw tot de Japanse inval in 1942:

  • 1907 Insulinde

  • 1908 Boedi Oetomo (BO)

  • 1908 Indische Vereeniging (Indische studenten in Nederland)

  • 1912 Moehan-Madyah (MD)  

  • 1912 Sarekat Islam (SI)  

  • 1912 Indische Partij (IP) (voorlopers waren Soeria Soemirat, Indische Bond en Insulinde)

  • 1914 Indische Sociaal-Democratische Vereeniging (ISDV)

  • 1914 Pasoendan (Pas.)

  • 1916 Nederlandsch-Indische Vrijzinnige Bond (NIVB)

  • 1917 Christelijk Ethische Partij (CEP), na 1930 Christelijk Staatkundige Partij (CSP)

  • 1919 Nationaal Indische Partij (NIP)

  • 1918 Indische Katholieke Partij (IKP)

  • 1919 Politiek Economische Bond (PEB)

  • 1919 Indo-Europees Verbond (IEV) (opvolger van Indische Partij)

  • 1920 Perserikatan Komunis di India (PKI) (i.p.v ISDV) en  in 1924 Partai Komunis Indonesia  

  • 1922 Perhimpoenan Indonesia (PI) (was Indische Vereeniging van 1908)

  • 1923 Partai Sarekat Islam (PSI(I))  

  • 1923 Pakempalan Politik Katolik Djawi (PPKD), werd in 1925 Perkoempoelan Politik Katolik di Djawa (PPKD) en in 1933 Persatoean Politik Katolik Indonesia (PPKI)

  • 1927 PPPKI = federatie: Permoefkatan(=eenparigheid van stemmen) Perhimpoenan² Politik Kebangsaän Indonesia; 1931: ‘Permoefkatan’ werd ‘Persatoean’ (= bond); 1933: Kebangsaän (nationaal) werd Kemerdekaän (= vrijheid)

  • 1927 Perserikatan (in 1928 Partai) Nasional Indonesia (PNI)

  • 1928 Chung Hwa Hui (CHH) voor de rijkere Chinezen

  • 1929 De Vaderlandse Club (VC)

  • 1929 Perserikatan Kaoem Christen (Prot.) (PKC)

  • 1930 Nationale Fractie, een samenbundeling in de Volksraad (door PNI-affaire) van de Jong Islamieten Bond, Nationalisten, Parindra en Pasoendan

  • 1930 De Stuwgroep

  • 1930 Partai Kaoem Masehi Indonesia (Prot.) (PKMI)  

  • 1930 Peratoean Moeslimin Indonesia (PERMI)  

  • 1930 Persatoen Bangsa Indonesia (PBI)  

  • 1931 Partai Indonesia (Partindo)  

  • 1931 Pendidikan Nasional Indonesia (PNI-baroe)  

  • 1932 Partai Tiong-Hwa Indonesia (PTI)  

  • 1933 Nationaal Socialistische Beweging in Indië. (NSB)

  • 1933 Partai Islam Indonesia(PARII) uit de PSII gevormd  

  • 1934 Persatoean Arab Indonesia (PAI)  

  • 1935 Partai Indonesia Raja (Parindra) (BO en PBI); in 1936 kwam Parsas (Partai  Sarekat Selebes) er bij

  • 1935 Barisan Penjedar Partai Sarekat Islam Indonesia (BPPSII)  

  • 1937 Gerakan Rakjat Indonesia (Gerindo)  

  • 1938 Insulinde (wederoprichting) indo-partij  

  • 1938 Badan Perantaraän Partai² Politik Indonesia (Bapeppi) een nationaal front  

  • 1938 Partai Islam Indonesia (PII)  

  • 1939 Indo-Arabische Beweging (IAB)

  • 1939 Partai Persatoean Indonesia (Parpindo)  

  • 1939 Gaboengan Politik Indonesia (GAPI) had de leuze: “Indonesia Berparlemen” en is een federatie, ontstaan na de Petitie-Soetardjo-affaire; zij bestond uit: Parindra, Pasoendan, PM (Persatoean Minahassa), PSII, Gerindo, PII, PPKI, en in 1940 kwam de PAI (Persatoean Arab Indonesia) er bij

  • 1941 Madjelis Rakjat Indonesia (MRI),door de kwestie van de ‘Inheemse militie’, en is een  hechter verband tussen GAPI, MIAI en PVPN,  buiten Volksraad.

  • 1941 “Indonesische Middengroep” in de Volksraad, een samengaan van leden van de PPBB e.a. (gematigd)

  • 1941 Fraksie Nasional Indonesia (FRANI), een samensmelting van de Nationale fractie en de GNI in de Volksraad (radicaler)

 

Coöperatief in de beginperiode van de Volksraad waren o.a.: SI, Indische Partij, PM, BO.

Non-coöperatief vóór 1927: PKI

Non-coöperatief na 1927: links doch niet marxisitisch:  PBI, BO, PNI, Partindo, PNI-Baroe, Gerindo (de laatste is het felst tegen Japan in 30-er jaren)

Non-coöperatief na 1927: rechts: Parindra, PSII

Eind 30-er jaren waren alleen PNI-Baroe en Partindo nog non-coöperatief. 

Politieke Raad (of Raad van Politie) vormde de hoogste gezagsinstantie in de nederzettingen van de VOC in Azië buiten Batavia en in Zuid-Afrika, en was onderworpen aan de voorschriften van de Heeren XVII in Nederland en de Gouverneur-generaal in Batavia.

De Raad werd voorgezeten door een gouverneur, commandeur, directeur of opperhoofd. De rest van de Raad bestond veelal uit de secunde (tweede man en hoofdadministrateur), de fiskaal, kapitein van het garnizoen, kassier, boekhouder e.a.

Politionele Actie, 1e (Operatie Product) vond plaats 20/21 juli-5 aug. '47. Acties in Sumatra: Zuid-, en Deli; op Java werd gebied Batavia-Semarang, en Oost-Java+ deel Madoera bezet.

Doel van deze actie:

  • verbetering van de economie in het door Nederlandse troepen bezette deel: deze kon zich niet ontplooien en zat financieel bijna aan de grond. (Zie ook: Bedrijfsleven 1945-1949)
  • verbetering van de voedselvoorziening: er dreigde een hongersnood in het bezette deel van Java.
  • kredietwaardigheid van Nederland vergroten door het machtsvertoon

Vóór een militair optreden is van de Commissie-generaal alleen De Boer die ontslag neemt.

Tegen zijn Van Mook, Schermerhorn en Van Poll. De eerste dienstplichtigen vertrekken vanuit Nederland oktober/november 1946: de Zeven December-Divisie. Van de opgeroepen manschappen kwam 15% niet opdagen! Nederlandse legermacht in 1947 op Java en Sumatra:

  • 5.000 mariniers
  • 44.000 KNIL'ers
  • 70.000 Koninklijke Landmacht.

De Nederlandse regering stuurde 27 mei 1947 een nota naar Djokjakarta: de Republiek moest de aangeklede (= Nederlandse) versie van het akkoord van Linggadjati accepteren, plus ook een gezamenlijke gendarmerie aanvaarden. De Republiek wees dit in een Nota van Antwoord op 8 juni 1947 af. Op 23 juni 1947 overhandigt Van Mook een ultimatum: mèt voorgaande eisen, plus een eis tot vorming van een interim-regering met een Nederlandse Gouverneur-generaal met beslissingsbevoegdheden. Soekarno wees het ultimatum af, en Sjahrir neemt ontslag als minister-president. Opnieuw een Nederlands ultimatum op 15 juli 1947: de Republikeinse troepen moesten zich 10 km van de frontlijn terugtrekken: de Republiek antwoordt negatief. Van 20/21 juli-5 aug. '47 vindt de Operatie Product plaats. Australië en India brengen op 30 juli '47 de zaak in de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad roept 1 augustus '47 op tot een staakt het vuren: Generaal Spoor en Luitenant-Gouverneur-generaal Van Mook wilden alsnog Djokjakarta aanvallen om de regering van de Republiek gevangen te nemen: de Nederlandse regering stond dit niet toe, en in de nacht van 4/5 augustus '47 werd de strijd gestaakt. Slachtoffers:

  • -aan Nederlandse zijde: 60 doden, 131 gewonden en 17 vermisten
  • -aan Indonesische zijde: volgens generaal S.H.Spoor: 4.000 man

Resultaat:

  • -bijna alle ondernemingen en plantages in het strijdgebied ongeschonden in Nederlandse handen.
  • -militair een groot gebied veroverd zonder veel slachtoffers.
  • -politieke nederlaag voor Nederland in de Veiligheidsraad
  • -het Republikeinse leger was niet verslagen en kon starten met de opbouw van een guerrillaoorlog
  • -de Republikeinse regering zat nog steeds in Djokjakarta.
  • -Nederland aanvaardde de 'Commissie van Goede Diensten' van de Verenigde Naties en beloofde niet op te rukken naar Djokjakarta.

Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963.

Politionele Actie, 2e = Operatie Kraai 18/19 dec. 1948- 5 januari 1949.

Een reden om nu met deze actie te beginnen was, dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met kerstreces zou gaan, en Nederland meende een maand lang de vrije hand te hebben. Parachutisten veroverden vliegveld vlakbij Djokjakarta, waarna versterkingen konden worden ingevlogen. Na een paar uur werd de Indonesische regering, incl. Soekarno, gevangen genomen, en onder huisarrest geplaatst. Later werden Soekarno en Sjahrir naar het Tobameer op Sumatra gebracht. Hatta e.a. naar het eiland Bangka. Midden-Java viel in Nederlandse handen, maar het zich terugtrekkende Republikeinse leger was niet verslagen. De bezetting van Oost-Java ging minder vlot. Ook op Sumatra een vlotte opmars maar geen uitschakeling van de Tentara Nasional Indonesia (TNI). Spoor had (incl. KNIL-militairen) ca. 102.000 man op Java, en 22.500 man op Sumatra, dus kon men moeilijk spreken van slechts een politionele actie. Op 19 december '48 maakten de USA en Australië het conflict reeds aanhangig bij de Veiligheidsraad, die van kerstreces werd teruggeroepen. Op 24 december '48 aanvaardde de Veiligheidsraad een resolutie: zij eiste:

  • -een staakt het vuren
  • -een onmiddellijke vrijlating van de Republikeinse regering.

De Nederlandse regering besloot tijd te rekken. Op 28 december '48 twee nieuwe resoluties:

  • een onmiddellijke vrijlating van de Republikeinse regering
  • een strikte en door consuls gecontroleerde naleving van het staakt-het-vuren.

Nederland boog nu, en zou 31 december '48 de strijd op Java en vlot daarna op Sumatra beëindigen. Op 28 januari 1949 aanvaardt de Veiligheidsraad een nieuwe resolutie: o.a.

  • -terugkeer van de Republikeinse regering naar Djokjakarta
  • -in maart een vorming van een federale interim-regering
  • -vóór oktober verkiezingen voor een grondwetgevende vergadering
  • -en 1 april 1950 overdracht van de soevereiniteit.

Op 1 maart '49 bezette de TNI o.l.v. de kolonels Latief en Soeharto(!) voor enkele uren de stad Djokjakarta. Op 8 maart gaf Nederland toe: de regering van de Republiek kon terug naar Djokjakarta en men wilde een rondetafelconferentie. Vanaf 14 april '49 startte het Van Royen-Roem overleg. Pas half augustus '49 eindigden de schermutselingen De operatie "Kraai" was in de aanvang een militair succes, maar een politiek fiasco door opnieuw ingrijpen van de Veiligheidsraad, internationale boycotacties van Nederlandse schepen en vliegtuigen en een hardnekkige Republikeinse guerrilla. Bovendien had Nederland zich vergist in de houding van de federale deelstaten: deze bleek niet zo pro-Nederlands als ze hadden gedacht.

Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963.

Pontianak op Borneo, was één van de VOC-locaties.

Vestigingen:

  • Pontianak. Comptoir. Residentie vanaf 1778. Producten: diamant, juwelen, was.
  • Sukadana. Comptoir van ca. 1617 tot 1622. Product: diamant.
POPDA (Panitia Oeroesan Penangkoetan Djepang dan APWI). Ontstaan in december 1945 als orgaan van het republikeinse leger (TKR). Op verzoek van de Britten hielp zij bij het transport en de evacuatie van Japanse soldaten en APWI; graag werd op dit verzoek ingegaan om aan de buitenwereld te laten zien dat de TKR geen ongeorganiseerde extremisten waren. 
  • juni 1946 was de evacuatie van Japanse troepen beëindigd
  • mei 1947 beschouwde POPDA zijn taak t.o.v. de APWI als afgesloten.
Porselein  In 1296 maakte Marco Polo reeds melding van porselein in China. Hij gaf het de naam porcella, naar een voor hem bekend weekdier met een witte schaal. 

De grondstoffen om porselein te maken zijn kaolien (klei) en petunse (een bezinksel van kiezelwieren en veldspaat), 't werd vermalen, gekneed en vormgegeven. Hierna werd het beschilderd en geglazuurd. Na het glazuren werd het gebakken bij een hoge temperatuur van ca. 1300° C.

Het winnen van Kaolien.

De Portugezen waren de eersten die Chinees porselein naar Europa brachten. Kraakporselein is porselein afkomstig uit China en genoemd naar het type Portugese schip dat het vervoerde: "caracca". 

Porselein kwam aanvankelijk met Chinese jonken uit China naar Batavia, omdat de VOC uit China werd geweerd. Toen er in 1728 weer gehandeld werd in China (Canton) ging het porselein rechtstreeks naar Nederland. Porselein was niet de belangrijkste handel voor de VOC (goed voor vijf procent van de veilingopbrengsten), maar wel zeer geschikt als ballast voor het schip vanwege de lichte thee aan boord, tevens afkomstig uit China. Ook kwam er porselein uit Japan, maar in mindere mate.

"Chine de Commande" is porselein op bestelling. Niet alleen kwam er uit Nederland de vraag naar bepaalde afbeeldingen en motieven op het porselein, soms werd zelfs het gewenste model, in hout uitgevoerd, vanuit Europa naar China overgebracht.

Om een idee te geven wat een retourschip vervoerde: in 1752 zonk de "Geldermalsen" in de Zuid-Chinese Zee. Het schip werd in 1984-1985 geborgen. Aan boord bleken 160.000 stuks Chinees porselein.

In totaal verkocht de VOC een kleine 50 miljoen stuks, vooral in de periode 1730-1796.

 

Portugezen  

  • de basis voor de Portugeze ontdekkingen in de Oost was het Verdrag van Tordesillas, waarbij de paus de aarde verdeelde in Spaanse en Portugese invloedsferen

  • de redenen van de Portugezen om Indië (India) te ontdekken waren:

    • economisch: einde maken aan het Arabisch handelsmonopolie en aan het overwicht van Genua en Venetië.

    • politiek: bestrijding van de Islam, en de onderwerping en exploitatie van nieuwe landen

  • 1487/1488 rondde Bartholomeus Diaz de Kaap der Stormen (Kaap de Goede Hoop)

  • 1497 vertrok Vasco da Gama met vier schepen en 160 man; hij bereikte Indië (India). In 1499 was hij weer terug in Portugal. (in 1502 vertrok hij voor een tweede, in 1524 voor de derde en laatste keer)

  • 1505 verovering van Goa (India). Het zou het belangrijkste steunpunt worden voor de Portugezen

  • 1511 bezetting Malakka 

  • 1512 bereikten ze Molukken: kruidnagelen op Ternate en Tidore, nootmuskaat op Banda en Ambon.

  • De Portugezen kwamen terecht in een al bestaand handelsnetwerk, waarin nieuwkomers geaccepteerd werden, waarin niet het beeld past van voortdurende oorlogen en veroveringen.

  • Katholicisme: met name op Ambon door jezuït Franciscus Xaverius, tussen 1540-1550

  • 1529 Verdrag van Zaragoza: Spaanse dreiging afgewend en Portugezen krijgen de vrije hand
  • 1577-1580 Sir Francus (Francis) Drake doet Ternate aan
  • 1596: Houtman naar Banten
  • 1599 Jacob van Neck naar Molukken
  • 1600 Engelse Oostindische Campagnie serieus actief met de specerijenhandel.
  • 1601 14 Hollandse expedities naar Molukken
  • 1602 VOC oprichting

Ternate en Tidore overmeesterd door Spaanse Vloot uit de Filippijnen. De Engelsen komen ook naar de Molukken.

  • 1625 gezag Hollanders gevestigd, en de Portugezen zitten alleen nog op Timor.
  • In 1975 verlaten de Portugezen Oost-Timor.

Zie ook: Grensbepaling van Nederlands-Indië.

Post De VOC was niet enthousiast over particuliere post: ze was bang dat belangrijke informatie zou doorsijpelen. Daarom werd al in 1624 bepaald dat alle uitgaande post in en buiten Batavia bij de opperkoopman moest worden ingeleverd. Nadat deze post geopend en gelezen was kwam ze 'ín de gemeene doose' voor het verdere vervoer: losse brieven waren op de schepen niet toegestaan: alles moest 'ín de doose'. 

Alle inkomende particuliere brieven gingen naar de deurwaarder van de Raad van Justitie, die ze "naer lecture" sorteerde en ze in een register inschreef, zodat men vlot kon zien welke post er was binnengekomen.

In 1746 kwam het eerste postkantoor in Batavia, waarbij de ontvanger voor de porto opdraaide. Een jaar later werd echter 'de doose' in ere hersteld, want de Heeren XVII waren bang de controle te verliezen.

In 1754 werd een pakketvaart geopend tussen Batavia, Cheribon, Tegal en Semarang.

In 1785 moest alle post voor de Nederlanden worden ingeleverd bij de Generale Secretarie te Batavia, die het doorstuurde naar één van de Kamers in de Republiek. 

In 1789 ging men het vervoer en de portokosten beter regelen met behulp van gecommitteerden, ook in de Buitengewesten.

In 1808 kwam er op Java een snellere verbinding tot stand dankzij de Grote Postweg, eerst te paard, later met postwagens.

Vanaf 1818 ging de post niet alleen meer vanuit Batavia naar Europa, maar ook vanuit Semarang en Soerabaja.

In januari 1863 trad een nieuw reglement in werking: de postdienst werd een gouvernementsmonopolie. In hetzelfde jaar verschenen de eerste brievenbussen, en wel in Batavia, Semarang en Soerabaja.

In 1874 verschenen de eerste echte postzegels (portzegels): de verzender  betaalt.

De postdienst viel onder verschillende diensten: 

  • 1864: Directie der Produkten en der Civiele Magazijnen
  • 1867: Departement van Binnenlands Bestuur
  • 1875: Departement der Burgerlijke Openbare Werken (samen met de Telegraafdienst)  
  • 1907: Departement van Gouvernementsbedrijven.

Zie ook: Poststeen.

Post, Laurens Jan van der (1906-1996). Zuid-Afrikaner, kwam als Lieutenant-Colonel (of was het Captain?) in Britse dienst op 20 februari 1942 op Java aan, om vluchtwegen te organiseren voor de Britten i.v.m. de oprukkende Japanners. Na de overgave van Nederlands-Indië (8 maart '42) trok hij met een guerrillagroep de bergen van zuidwest Java in, voorzien van door het KNIL geleverde wapens. Deze actie kreeg de naam "43 Special Mission". Op 20 april '42 werd hij gevangen genomen door de Japanners.

In augustus 1945 kwam hij vrij, na de Japanse capitulatie.

Zijn belang is, dat zijn invloed in de politiek van de SEAC o.l.v. Mountbatten cruciaal is geweest. Hij schilderde Lady Edwina Mountbatten namelijk een beeld van Java in september 1945 dat met de werkelijk niets van doen had: "Bijna overal was de stemming op Java anti-Nederlands" (wat in september beslist niet het geval was), en "De Republiek had op Java flink wortel geschoten". Zijn overtuigende verhaal bereikte Mountbatten, die daarna verkondigde dat de Britse soldaten er niet waren om het Nederlandse gezag te herstellen. Op deze manier had hij een geldige reden om het aantal troepen te beperken (alleen voor key-areas), omdat ze in Indo-China meer van node waren.

Door deze beperkte Britse aanwezigheid hadden de Japanners (die er waren voor orde en rust) er geen moeite mee om op vele plaatsen vrijwillig of zonder veel verzet  hun wapens aan de Pemoeda's te gunnen, waardoor de situatie in oktober 1945 een stuk grimmiger was geworden dan in de maand er voor.

In 1947 verliet Van der Post Batavia, en ondernam later in opdracht van de Britse regering een ontdekkingstocht in het huidige Malawi in Afrika. Zijn grootste bekendheid verkreeg hij echter door het schrijven van boeken. In zijn laatste boek "The Admiral's Baby" (gepubliceerd in 1996) waarin de achtergronden van zijn denken naar voren komen, is te lezen: "de VOC was de meest roofzuchtige en meedogenloze handelsorganisatie in de geschiedenis", terwijl Raffles de "eerste Europeaan was die echt gaf om de Javaan en zijn cultuur".

In 1981 kreeg hij de titel van 'Sir', en in 1982 werd hij peetvader van de pas geboren Prince William. Tevens was hij adviseur van prime minister Thatcher.

In de negentiger jaren komt de kritiek los: op internet verschijnt het verslag van D.W.N. Kriek, die deelnam aan de "43 Special Mission", waarin hij wijst op de vele onwaarheden in het verhaal van Van der Post over deze missie. Dan verschijnt het boek van J.D.F. Jones: "The Storyteller, The Many Lives of Laurens van der Post", die de vele uitspraken en geschriften van Van der Post onderzoekt, en tot de ontstellende ontdekking komt, dat er toch wel zeer veel onjuistheden zijn te vinden.

Poststeen In de beginperiode van de VOC werd op plaatsen waar regelmatig schepen v.v. passeerden de in- en uitgaande post onder een grote steen gelegd, genaamd de poststeen. Eén van deze plaatsen was Kaap de Goede Hoop, waar schepen van en naar Indië, Ceylon en Nederland etc. passeerden en vaak aanlegden.

Zie ook: Post.

Potgieter, E.J. (1808-1875), lit. "de Liedekens van Bontekoe"

Pracht en Praal  zie Plakkaat tegen Pracht en Praal

Prambanan hindoeïstisch tempelcomplex bij Djokjakarta

 

Preangerstelsel  In de periode van Raffles werd gebroken met het dwang- en monopoliestelsel van de VOC-periode. Maar vanwege het belang van de Preangerregentschappen als uitstekend koffieland werden de hervormingen hier niet doorgevoerd. De regenten behielden zo het recht van belastingheffing in geld, producten en arbeid, wat tot uitbuiting van de bevolking leidde.
In 1871 werd dit stelsel afgeschaft.

Preanger 1923

Prefectuur Onder Daendels: hij wilde Java in 9 prefecturen verdelen. De resident werd prefect, later landdrost. Met Raffles kwam de term residentie weer terug.

Presidenten van de Republiek Indonesië.
Princen, Poncke, geboortenaam Johannes (Jan) Cornelis Princen. (1925-2002).

Een omstreden figuur, vanwege zijn overlopen in 1948 naar het Indonesische leger.

Enkele data:

  • 1943 gevangengezet door de Duitsers omdat hij zich had onttrokken aan de Arbeitseinsatz en naar Engeland wilde vluchten. Achtereenvolgens kwam hij terecht in het concentratiekamp Vught, stond terecht in Utrecht, waar hij zijn bijnaam 'Poncke' kreeg i.v.m. zijn seminaire achtergrond en naar het boek 'Pastoor Poncke'; met een veroordeling van 1½ jaar kwam Poncke terecht in Kamp Amersfoort en in de gevangenis van Bochum / Beckum, waar hij de bevrijding meemaakte.
  • 1945 heeft hij zich aangemeld bij de Nederlandse stoottroepen en demobiliseerde in december '45.
  • 1946 kreeg hij een oproep als dienstplichtige, maar toen de uitzending nabij kwam, maakte hij een reisje naar Frankrijk; terug bij de Nederlandse grens werd hij opgepakt door de MP en kreeg een plaatsje in de Koepel van Breda; hem werd de keuze gelaten: toch naar Indië of anders de krijgsraad wegens desertie; via het Depot Nazendingskamp Schoonhoven vertrok hij 28 december als dienstplichtig soldaat naar Indië met de MS Sloterdijk.
  • 1947 kwam hij bij de Eerste Hulpverbandplaats van de 7 Decemberdivisie. Te Buitenzorg werd hij opgepakt vanwege het niet dragen van een pet en een grote mond: veertien dagen streng arrest. En na nog een akkefietje volgde een strafkamp bij de Poentjak
  • Eind 1947 moet hij alsnog voor de krijgsraad verschijnen vanwege zijn desertie in 1946, en om zijn ondisciplinaire gedrag: hij moet vier maanden zitten, eerst in de Tjipinanggevangenis te Batavia, daarna in Tjimahi bij Bandoeng. Na afloop hiervan kwam hij bij de Tweede Infanteriebrigade van de 7 Decemberdivisie te Poerwakarta
  • 1948 tijdens een verlof in september neemt hij in Soekaboemi de benen en loopt over naar de Indonesische zijde; daar raakt hij verzeild in de Madioen-opstand. Nadien wordt hij een aantal keren door de  TNI opgesloten: ze weten niet wat ze met hem aanmoeten. Met de Siliwangi-divisie trekt hij naar West-Java na de inname van Djokjakarta tijdens de Tweede Politionele Actie. In West-Java wordt hij regelmatig ingezet bij acties om aan wapens te komen; in deze periode heeft hij  vuurcontact gehad met Nederlandse troepen.
  • 1949, kwam op 4 augustus (vlak voor de wapenstilstand van 10 augustus) het bevel hem alsnog op te sporen in de Actie Finale; dit werd uitgevoerd door een speciale eenheid; men wist hem te traceren, waarbij tijdens de actie op 9 augustus 14 tot 19 man het leven lieten, alsmede zijn toenmalige echtgenote. Poncke wist te ontsnappen.
  • Na de Soevereiniteitsoverdracht was Poncke werkzaam bij de Indonesische immigratiedienst om ex-Nederlandse militairen te screenen die gingen werken bij bedrijven in Indonesië
  • In 1953 maakte hij de hadj naar Mekka
  • 1955 werd hij lid van het Indonesische Parlement namens de IPKI, de partij van Nasoetion
  • 1957, 1958/1959 en 1962-1966 gevangen gezeten vanwege z'n kritische houding t.o.v. de Soekarno-regering.
  • 1966 kwam hij, als enige niet-jurist, in het bestuur van de LPHAM, het Indonesisch Instituut voor de bescherming van de mensenrechten, later als voorzitter.
  • In 1972 zat Princen weer gevangen
  • 1974-1976 zat hij gevangen na anti-Japanse demonstraties.
  • Na 1976 was hij betrokken bij acties tegen het Soeharto-regime, vanwege het optreden in oost-Timor en Atjeh
  • In 1977 en 1978 bezocht hij Nederland
  • Eind 1994 deed zijn bezoek aan Nederland veel stof opwaaien vanwege zijn keuze in 1948
  • In 1998 was hij voor de laatste keer in Nederland.

Prins, A. (1816-1867)gouverneur-generaal  

Waarnemend in 1861 en waarnemend in 1866 vóór en na het gouverneursschap van Sloet van de Beele, vanuit zijn functie van vice-voorzitter van de Raad van Indië

Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij.

Priyayi de traditionele bureaucratische elite op Java en Madoera, de stand van hoge ambtenaren en edellieden of regenten.

Proces 1930 Landraad te Bandoeng; tegen vier voormannen van de PNI; Soekarno hield een pleidooi van twee dagen. (Hatta en Sjahrir zaten toen in Nederland; Hatta was in 1928 in een proces in Den Haag wegens opruiing vrijgesproken). Soekarno kreeg vier jaar gevangenisstraf. Eind 1931 kwam Soekarno weer vrij, en werd warm onthaald door de bevolking.

Proclamatie Op 17 augustus 1945 proclameert Soekarno in een eenvoudige plechtigheid de onafhankelijkheid van Indonesië, met de tekst:

"Wij, het volk van Indonesië roepen hierbij de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Zaken betreffende de machtsovername zullen stipt en zo spoedig mogelijk worden geregeld."

 

 

Zie ook: Onafhankelijkheidsverklaring

Proefstations werden in de tweede helft van de 19e eeuw in Nederlands-Indië ingesteld om wetenschappelijk onderzoek te doen: bij producten zoals thee, koffie, rubber en suiker werden nieuwe ontwikkelingen uitgetest. Het Gouvernement bezat het 'Algemeen Proefstation voor den Landbouw' en het 'Boschbouwproefstation', gericht op inheemse landbouw en ondernemingscultures die niet over eigen proefstations beschikten.

Tevens was er 's Lands Plantentuin in Buitenzorg.

Ook in Nederland waren er activiteiten op dit gebied, zoals bij het in 1871 in Haarlem geopende 'Koloniaal Museum', en later bij het in 1910 opgerichte 'Koloniaal Instituut' te Amsterdam, het latere Tropeninstituut.

Zie ook: Landbouwcongressen.

Proeftuin van Modjokerto Voorjaar 1947 werd hier een nieuwe vorm van bestuur uitgeprobeerd: het dagelijks bestuur kwam bij de Republikeinse resident terwijl de eindverantwoordelijkheid van de ordehandhaving lag bij de plaatselijke Nederlandse militaire commandant. Deze vorm werd tevens toegepast in Sidoardjo en na een overeenkomst tussen het Nederlands-Indische gouvernement en de Republikeinse regering op 6 mei 1947 ook te Buitenzorg.

Provoost, zie VOC-Scheepsbemanning
Terug naar de startpagina