Terug naar de startpagina |
Paal is een lengtemaat: op Java 1506 meter en op Sumatra 1851 meter. |
Pachtschat
is de opbrengst van de verkoop van staatsopium aan de pachters.
Zie verder: Opiumregie. |
Padie of padi rijst die op het veld staat |
Padri-oorlogen 1821-1838 op westelijk Midden-Sumatra. Orthodoxe moslims (De Padri) zetten zich fel af tegen het matriarchaat van de Minangkabauers, vanwege het opium roken, het drinken en gokken. Zij startten een burgeroorlog. Val van Bondjol in 1832 en 1837. Leider van het verzet, Toeankoe Imam Bondjol geeft zich in 1837 over, en werd verbannen naar Ambon en later Manado. Definitief wordt de strijd beslist in 1838 met de verovering van Daloe Daloe |
Pahud de Mortanges, Charles Ferdinand (1803-1873)
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij en Ministers van Koloniën. |
Pajajaran West-Javaans rijk, dat twee eeuwen onafhankelijk bestaat naast het rijk van Majapahit. Zij vestigen zich in 1333 in de hoofdstad Pakoean, bij Buitenzorg (Bogor) In 1522 wordt er een verbond gesloten met de Portugezen. Na de val van Majapahit in 1527 zijn Pajajaran en Blambangan de laatste hindoe-rijkjes op Java. 1527 Demak verslaat de Portugezen in Soenda Kelapa, en Banten komt los van Pajajaran. Het einde van dit hindoe-rijkje is in 1579 als het wordt veroverd door de Banten. |
Pajong zonnescherm als onderscheidingsteken voor inheemse hoofden
|
Pakoe Alam Vorstenland, dat zich in 1813 afsplitst van Djokjakarta en het vierde Vorstenland wordt. Na de Revolutie had het geen speciale status meer. |
Paleis Buitenzorg, zie Buitenzorg. |
Paleis
Koningsplein, gebouwd in 1879. In 1949 vond hier, naast die in
Amsterdam, de Soevereiniteitsoverdracht
plaats.
Tegenwoordig heet het: Istana Merdeka. |
Paleis
Rijswijk, gebouwd in 1796. Er werd in 1947 het akkoord van Linggadjati
gesloten.
Het paleis heet nu 'Istana Negara'. |
Paleis
Waterlooplein, bedoeld als paleis voor Daendels; de bouw startte
in 1809 maar was pas in 1826/1828 gereed. Het 160 meter brede gebouw kreeg
de bijnaam 'Het Witte Huis' (Gedung Putih). Het paleis bevatte de Landsverzameling.
Voor het paleis stond de Waterloozuil, geplaatst in 1828. De leeuw was een kleine kopie van het beeld in het echte Waterloo (België); de vreemde verhouding van plompe zuil en kleine leeuw gaf het de bijnaam van 'poedeltje'. Ook het beeld van J.P. Coen, dat in 1876 was geplaatst, stond voor dit brede paleis. Standbeeld J.P. Coen Heden is Gedung Putih in gebruik van het ministerie van Financiën, de zuil is in 1942 door de Japanners omgegaan, en het beeld van Coen (pas) in 1943. |
Palembang Een VOC-locatie op Sumatra, met de volgende vestigingen: |
Palmolie komt van de vrucht van de oliepalmboom. Vanaf 1914 vooral op Sumatra's oostkust en in Atjeh. Bijna 24% van de wereldproductie vóór de Tweede Wereldoorlog kwam uit Nederland-Indië. Het vet wordt gebruikt voor margarine en zeep. Zie ook: Klapperboom of kokospalm, Kopra en Wereldproductiecijfers. |
Pancasila /Pantjasila("Vijf principes") door Soekarno geformuleerd tijdens bijeenkomst Commissie tot Onderzoek van de Onafhankelijkheid mei 1945: één van de fundamenten van de republiek Indonesië, als synthese van de westerse democratische idealen, het marxisme, de islam en de adat.
|
Pandeling, een schuldslaaf, iemand die in het krijt stond bij de pandbezitter en dit niet kon terugbetalen; om die reden moest hij werk voor hem verrichten. |
Pandhuizen Wie niet over (genoeg) geld beschikte, kon tegen inlevering van een bepaald product hiervoor geld ontvangen. Na een bepaalde termijn kon men zijn eigendom terugkopen, aangevuld met een vergoeding cq. rente. Werd het product niet teruggekocht, dan kon het geveild cq. doorverkocht worden. Het Gouvernement verpachtte pandhuizen meestal aan Chinezen. Omdat woekerrentes geen uitzondering waren, waardoor de oorspronkelijke eigenaren hun producten nooit meer konden terugkopen, besloot de overheid in 1903 onder Gouverneur-generaal Rooseboom tot het instellen van de 'Pandhuisdienst' in eigen beheer. Voor beleningen boven de 100 gulden kon men dan alleen hier terecht. |
Pangèran hoogste adellijke Javaanse titel, na die van vorst. De oudste zoon van de padmi (hoofdvrouw van de vorst) draagt, als hij volwassen en kroonprins is, de titel van pangèran adipati anom. |
Pangkal Pinang – Conferentie 1-12 oktober 1946 in de Riouw-archipel, waar 80 Nederlanders, Chinezen en Arabieren met Luitenant-gouverneur-generaal Van Mook bijeenkwamen om te spreken over de rechtspositie van de minderheden na de machtsovername van de Republiek. Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963. |
Panitia Persiapan Kemerdikaan Indonesia (PKKI), de commissie die de Indonesische onafhankelijkheid moest voorbereiden, en 18 augustus 1945 geïnstalleerd zou worden. Door de plotselinge capitulatie van Japan waren Soekarno en Hatta gedwongen daardoor de Proclamatie reeds op 17 augustus uit te spreken. |
Pantjendiensten herendiensten van huiselijke of andere aard verricht ten gunste van een inheems hoofd. |
Paramilitaire Organisaties tijdens de Japanse bezetting
|
Parindra zie Partai Indonesia Raya |
Parra, Petrus Albertus van der (1714-1775)
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Partai Indonesia = Partindo, 1930/1931 werd opgericht na de vonnissen van het proces 1930 tegen Soekarno e.a. De nationalisten stelden zich nu voorzichtiger en conservatiever op: uit lijfsbehoud. In 1936 ontbond de partij zich zelf. |
Partai Indonesia Raya 1935 opgericht (Parindra): o.l.v Soetomo; was een stuk coöperatiever: Indonesië moest geleidelijk tot onafhankelijkheid komen |
Partai Komunis Indonesia(PKI) 1924 Communistische Partij
|
Partai Nasional Indonesia (PNI)
|
Partai Sosialis 17-12-1945 een samengaan van PARSI (Partai Sosialis Indonesia: vooral aanhangers onder vooroorlogse GERINDO) en PARAS (Partai Rakjat Sosialis: Sjahrir aanhangers) |
Participant
de kleinere aandelenbezitter van de VOC; zij kwamen uit alle lagen van de
bevolking, tot dienstbodes aan toe! Zij brachten hun geld in bij de Hoofdparticipant.
Zie ook: VOC-Organisatie en VOC-Aandelen |
Particuliere
Handel 19e eeuw. Het aandeel van de particulieren in de export
steeg rond de beëindiging van het Cultuurstelsel
spectaculair:
Rond 1880 was er een crisis: particulieren krijgen het moeilijk; Nederlandse banken zijn bereid tot financiële steun, maar gaan hierdoor ook een groter stempel drukken, zodat de sturing vanuit Nederland belangrijker wordt. Zie voor groei aantal Europeanen in de 19e eeuw bij Europese mannen in Indië. |
Pasanggrahan gebouw bestemd tot tijdelijk verblijf van gouvernementsambtenaren op doorreis. |
Pasar
markt of marktplaats. Het woord zou komen van het Arabische 'bazar',
anderen betwijfelen dit.
Tot 1851 was het algemeen dat het gouvernement de pasar verpachtte (pasarpacht of passerpacht), meestal aan Chinezen. Dezen maakten hiervan vaak misbruik: mensen die met hun handel op de markt kwamen moesten over bijna alles (zelfs voor een baby die door de moeder werd gedragen!) belasting betalen aan de pachters. Dit werd als bijzonder ergerlijk ervaren en gaf onvrede gaf bij de bevolking. In 1851 startte Gouverneur-generaal Duymaer van Twist met de afschaffing van de pacht: in 1855 was Java pasarpachtvrij, behalve op particuliere landerijen (maar ze mochten geen nieuwe markten starten), en in de Preanger pas in 1871. 'Pasar' van Marcel Duran Een aantal soorten markten:
|
Pasarbelasting: zie Pasar |
Pasemahers
wonen ten oosten van de vulkaan Dempo op Sumatra. Ze zijn van het
Maleisische ras met sterke Javaanse invloeden. Animistische elementen zijn
nog sterk aanwezig. Hun taal wordt door ca. 400.000 mensen gesproken
(1989).
Zie ook: Bevolkingsgroepen |
Patih een soort 'eerste minister' van de regent. Zie ook Bestuursstructuur. |
Patras, Abraham (1671-1737)
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Patria Hiermee werd het vaderland Nederland bedoeld; iemand was voor een tijdje 'in patria', of ging 'naar patria'. |
Pattimoera (Thomas Matoelesia), Ambonees en christen, sergeant-majoor in het Britse leger, leider van het verzet in 1817 op Saparoea bij Ambon, vanwege de terugkeer van de Nederlanders en de beperking van rechten; Pattimoera veroverde het fort Duurstede op Saparoea: het gehele garnizoen kwam om het leven, behalve het zoontje van de resident Van den Berg. Schout-bij-Nacht Buyskes kwam om de orde te herstellen. Pattimoera werd terechtgesteld |
Pauperisme-Commissie 1900 Ingesteld om een onderzoek in te stellen naar oorzaken van de armoede bij Indo-Europese Nederlanders. Van de aanbevelingen in 1902 door de Commissie (met o.a. A.S. Carpentier Alting) kwam weinig terecht. Toen kort daarop de economie aantrok, nam deze veel van de problemen weg. |
Pax Neerlandica oftewel 'de Nederlandse vrede'. Hiermee wordt bedoeld het bewerkstelligen van het Nederlandse gezag in de 19e en 20e eeuw in de Indische archipel, waarna een burgerlijk bestuur kon worden ingesteld. |
Pelita
Stichting die vanaf eind veertiger jaren Indische
Nederlanders en Molukkers ter zijde
staat, waarbij het in eerste instantie ging en gaat om praktische zaken:
huisvesting, hulp bij het invullen van formulieren, gespreksgroepen, etc.
Kortom: hulp op (persoonlijke) maat. Vanuit de overheid kwam de vraag om
de aanvraagbegeleiding bij uitkeringswetten op zich te nemen.
Vanaf 2001 is de afhandeling van de repatriëringregeling bij Pelita ondergebracht, waarbij ex-KNIL-militairen en voormalig personeel van de Koninklijke Marine van Molukse origine, die in 1951 en 1952 naar Nederland zijn gekomen, kunnen terugkeren naar Indonesië. Zie ook: Repatriëring. |
Pelopor
voortrekker, voorvechter. Zo noemden de Indonesische
vrijheidsstrijders zich vanaf de Japanse periode. In de Bersiap-periode
verbasterden de Nederlanders dit in 'ploppers'.
zie ook: Paramilitaire Organisaties |
Pemoeda, Jeugdbeweging die zich na de Japanse capitulatie fel verzette tegen de terugkeer van de Nederlanders. Zie ook: Bersiap. |
Pemoeda Republik Indonesia (PRI) opgericht op 23 september 1945, bestormde een paar dagen na het "Vlagincident" van 19 september 1945 in Soerabaja Japanse gebouwen om zich daar de aanwezige wapens toe te eigenen. Zie ook: Bersiap. |
Pendidikan Nasional Indonesia 1931, PNI-Baroe genoemd. Bedoeld als opvolger van de opgeheven Partai Nasional Indonesia, maar Soekarno was er geen lid van. Haar politieke richting was links, maar niet marxistisch. De PNI-baroe bleef non-coöperatief in haar bestaan tot de Japanse verovering. |
Pendopo een open voorgalerij of voorveranda (soms met zuilen), aan het huis van aanzienlijke Javanen, meestal met marmeren vloer en een ver uitstekend en tot ver naar beneden doorgetrokken dak. Het woord wordt ook gebruikt voor ontvangstzaal, cq. -ruimte, aula en dansruimte. |
Penghoeloe islamitische leraar in dienst van het gouvernement |
Peper Vóór de Tweede Wereldoorlog kwam 85% van de wereldproductie uit Nederlands-Indië, bijna geheel uit bevolkingstuinen. Peper vinden we op Sumatra:
Verder op Borneo. Reeds in oude tijden bestond er een pepercultuur in de Indische archipel
Zwarte peper. Zie ook bij: Wereldproductiecijfers. |
Perhimpoenan Indonesia zie bij Indische Vereniging |
Perintah Aloes 'zachte dwang', die uitgeoefend werd om de inheemsen ergens van te overtuigen. |
Perkeniers (gewezen dienaren van de
VOC en andere Europeanen) kregen vanaf 1627 een stuk grond of perk in
pacht op de Banda-eilanden, na het uitmoorden van de bevolking in
1621 door J.P.Coen. In de
aanvang was de grond verdeeld in 68 perken of tuinen: 31 op Ay, 34 op
Lonthoir en 3 op Banda Neira. Het benodigde aantal
slaven hing af van het aantal bomen: één
slaaf per ca. 100 bomen. Zij werden perkslaven of perkhorigen genoemd. De nootmuskaat mocht uitsluitend aan de VOC worden verkocht. De Perkeniers maakten een periode van grote bloei mee, die gelijk met de neergang van de VOC, in de loop van de 18e eeuw verminderde. De perken werden (als pacht) al ruim twee eeuwen van vader op zoon overgeërfd, toen in 1845 de perkeniers ook juridisch eigenaar werden. Het nadeel was, dat erfopvolgers mede-eigenaar werden van de perken, zodat een perk vaak vele eigenaars had, met alle complicaties van dien. Een korte en grote opbloei volgde na het einde van de gedwongen cultures in 1863, omdat vanaf 1864 de perkeniers hun producten op de vrije markt konden aanbieden. Bovendien vernielden in andere gebieden (Malakka) plantenziektes de oogst en ontstond een nieuwe markt in de Verenigde Staten, waardoor de prijzen omhoog schoten. In 1958 werden alle 34 perken genationaliseerd en vertrokken vele eigenaars naar Nederlands. Pas in 1978 lukte het via procedures een deel weer in particuliere handen te krijgen. De laatste perkenier Wim van den Broeke kreeg 12,5 ha. Hij overleed in 1999 en werd opgevolgd door z'n zoon Paulus. Perkeniers waren Europeanen, maar door hun huwelijken met inlandse vrouwen door de eeuwen heen, waren ze sterk 'verinlandst': qua uiterlijk, qua gewoonten. Wel spreken ze Nederlands, en bleven ze Christen. |
Perlindoengan "beschermingskampen"; vanaf oktober 1945 ingericht om Nederlanders en Indische Nederlanders opnieuw te interneren; de Republiek deed dit voor hun veiligheid, maar ook om te voorkomen dat deze mensen zich gingen bemoeien met het herstel van het koloniaal gezag. In totaal werden zo'n 220 kampen op Java ingericht. |
Perron, Edgar du (1899-1940) lit. "Het land van herkomst", "De man van Lebak" |
Persatoean Perdjoeangan 01-1946 volksfront waar Lasykar en pemoedagroeperingen, en vrijwel alle politieke groeperingen zich bij aansloten onder de leuze "100% Merdeka": dus geen ruimte voor onderhandelingen met de Nederlanders. |
Persbreidelwet
1931 Censuur achteraf kon met deze wet worden toegepast om de pers
te controleren.
Ter illustratie: tussen 1931 en 1936 kregen 27 bladen een tijdelijk verschijningsverbod, van de ca. 37 dag-, 122 week-, en 248 maandbladen in de Indonesische talen. Zie ook: 'Kranten'. |
Perserikatan Komunis di India 1920 (PKI) kwam voort uit de ISDV van Sneevliet. In 1924 veranderde zij haar naam in Partai Komunis Indonesia. |
Perserikatan Nasional Indonesia (PNI), in 1927 door Soekarno opgericht Doel: onafhankelijkheid van Indonesië. Zij kozen voor een houding van non-coöperatie met 't koloniale gouvernement. Middel hiertoe was het mobiliseren van de massa.
De PNI werd door de leiding ontbonden na het vonnis; onmiddellijk werd een nieuwe partij opgericht: Partai Indonesia = Partindo |
Perzië
was één van de VOC-locaties.
Belangrijkste vestigingen:
Tot 1632 ressorteerde Perzië onder de VOC-directie van Suratte. De Directeuren (Directeurs):
Gezaghebbers:
Residenten:
|
PETA (Tentara Soekarela Pembela Tanah Air). Indonesisch vrijwilligersleger, in 1943 opgericht. |
Petitie-Soetardjo De gematigde nationalist Soetardjo, kreeg de Volksraad in 1936 mee om zijn petitie te ondersteunen (26 stemmen vóór, 20 tegen):
Kortom, een verzoek tot een zelfstandige positie van Indië binnen het Koninkrijk. In de definitieve versie van de petitie die naar Koningin, Eerste en Tweede Kamer en de minister van koloniën werd gestuurd, was de tijdspanne "tien jaar" weggelaten. Buiten de Volksraad in Nederlands-Indië werd de petitie door de coöperatieven redelijk positief beoordeeld, maar ging uiteraard voor de non-coöperatieven lang niet ver genoeg en onder de bevolking leefde het niet. In Nederland waren de reacties in de pers uiteenlopend. De Petitie Soetardjo werd besproken in de Eerste en Tweede Kamer, waar de nadruk werd gelegd op de staatsrechtelijke onmogelijkheid er van. Toen het advies en het oordeel van de Gouverneur-generaal over de petitie in Den Haag aankwam (en dat had heel lang op zich laten wachten!), werd de petitie via Koninklijk Besluit in 1938 volledig afgewezen. Soortgelijke moties waren van:
|
Petji bijna tot een nationaal symbool geworden islamitisch hoofddeksel van de mannen (Soekarno!): zwarte fez (kopiah) van fluweel of vilt. (Nederlands pet of petje) |
Petroleum De winning startte in 1888 in Nederlands-Indië als industrie. Sumatra bracht 2/3 deel op, verder van Borneo. Vóór de Tweede Wereldoorlog leverde Nederlands-Indië 2 à 3% van de wereldproductie. Zie ook: Aardolie. |
PID (Politieke Inlichtingen Dienst), in 1916 opgericht, en had vooral als taak het opsporen van nationalisten. |
Pijnacker Hordijk, Cornelis (1847-1908) Gouverneur-generaal 1888-1893
Verder is hij bekend geworden door het publiceren van artikelen over recht en over Middeleeuwse handschriften. Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Pikol handelsgewicht 61,76 kg |
Pinas
Scheepstype dat in de VOC-periode
werd gebruikt. Het schip werd ontwikkeld in de 2e helft van de 16e eeuw, was klein en
snel, en werd ook wel met de term 'jacht' aangeduid. Soms werden grote
sloepen die de VOC-schepen aan boord hadden ook pinassen genoemd.
De bekendste kleine Pinas is de 'Duyfken', die meevoer met de vloot van Cornelis de Houtman 1595-1597, tijdens de eerste reis naar Oost-Indië. Het schip had toen een bemanning van 20 koppen en maakte verkenningstochten voor de vloot uit. De 'Duyfken' had een tonnage van 50 en werd gebouwd in 1594. In de loop van de 17e eeuw ondergaat dit type schip een schaalvergroting, tot aan de 'Drie Kronen', gebouwd in 1693 en met een tonnage van 1075. Kenmerken van het grotere schip:
Zie ook: VOC-Scheepstypen |
PKKI zie Panitia Persiapan Kemerdikaan Indonesia |
Plakkaat
tegen Pracht en Praal 1753 / 1754. Door Gouverneur-generaal
Mossel ingestelde lange rij van
maatregelen om de overdreven uiting van macht en rijkdom door de compagnie
te beteugelen. Tot in de kleinste details worden geboden en verboden
beschreven op het gebied van kleding, eten en drinken, vervoer,
festiviteiten.
Voorbeelden: de Gouverneur-generaal mocht zes paarden voor de koets hebben, de leden van de hoge regering 'slechts' vier; wie zich er niet aan hield kreeg een boete van 1000 rijksdaalders, en de paarden werden in beslag genomen. Een oud-Gouverneur-generaal mocht drie slaven achter zich aan laten lopen, een gewoon burger slechts één! Al eerder had de regering instructies doen uitgaan in o.a. 1617, 1632, 1680, 1704, 1719, 1729 en 1733, maar die van Mossel spanden de kroon. |
Pleijte, Thomas Bastiaan (1864-1926), minister van koloniën 1913-1918
Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Ples, D. directeur Binnenlands Bestuur, 1882-1884 |
Plopper
Nederlandse verbastering in de Bersiap van het Indonesische woord 'pelopor',
dat voortrekker of voorvechter betekent.
zie ook: Paramilitaire Organisaties. |
PNI zie:
|
Poenale Sancties zijn
strafbepalingen als onderdeel van de Koelie-ordonnanties, gericht
tegen koelies die zich niet aan de werkovereenkomsten hielden.
Veelal ging het om het weglopen van de koelie vanwege de slechte werk- en
leefomstandigheden. Het geven van lijfstraffen was hierbij geen
uitzondering. |
Poepoetan massale zelfmoord door koninklijke families op Lombok (1894) en Bali (1906) door met simpele wapens het Nederlandse vuur in te lopen op het moment dat de nederlaag onafwendbaar was. |
Poesat Tenaga Rakjat (Poetera) 1943 opgericht = Centrum van de Volkskracht. Zij wilde de bevolking enthousiast maken voor de Japanse zaak, en westerse invloeden verder uitwissen. Leiders: Soekarno, Hatta, Dewantoro, kyai hadji Mas Mansoer. Er werd alleen propaganda gemaakt voor de Japanse zaak. Poetera werd in februari 1944 opgeheven, en 1 maart 1944 vervangen door de op Japanse leest geschoeide Djawa Hokokai; Japanners hadden de leiding; Soekarno en Hatta waren slechts adviseurs |
Politieke Inlichtingen Dienst (PID), in 1916 opgericht, en had vooral als taak het opsporen van nationalisten. |
Politieke
Bewegingen en Partijen in de 20e eeuw
Oorzaken: - VOC en Cultuurstelsel lieten het oude feodale bestuur bestaan en maakten gebruik van die feodale macht. - De opkomst van het moderne kapitalisme, vooral na 1870, bleek een actief ingrijpen in de Indische samenleving, waardoor de inheemsen in een langzaam proces steeds losser kwamen te staan van de al eeuwenlang bestaande maatschappelijke verhoudingen, waardoor er ruimte ontstond voor nieuwe interne ontwikkelingen. - Het sterkst werd dit ervaren in de steeds verder aangroeiende steden - Het onderwijs kweekte zelfstandiger denkende mensen, en zeker binnen de groep van academisch geschoolden had een proces van bewustwording plaats, dat in groeiende mate zich ontwikkelde. - Het Aziatisch zelfbewustzijn heeft een fundamentele en niet te onderschatten impuls gekregen, toen Japan als overwinnaar uit de Russisch-Japanse oorlog (1904-1905) kwam. Verloop: - De eerste zichtbare ontwikkeling in verenigingsverband was Boedi Oetomo in 1908. Zij streefde naar culturele verheffing van het Javaanse volk en trachtte haar toestand te verbeteren in samenwerking met de Regering. - In 1912 ontstaat de pre-nationalistische Sarekat Islam; in oorsprong een economische beweging, die de geestelijke ontwikkeling en de materiële belangen van de Indonesiërs voorstond - Radicaler en politieker, nu voor het eerst gericht tegen het Nederlands gezag, waren de Indische Sociaal-Democratische Vereeniging en de Indische Partij. Zij waren anti-kapitalistisch en anti-imperialistisch: marxisme en communisme vormden de leidraad - Tussen alle bewegingen door en al vanaf eind 19e eeuw spelen de Indo-Europeanen hun rol, ingeklemd tussen de Indonesiërs en de Europeanen. - Met de ontwikkelingen in Europa tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog met oproeren en omwentelingen, werden de Indische Regering en de Europeanen paniekerig en uitte Gouverneur-generaal Van Limburg-Stirum in 1918 de November-beloften. - De Volksraad, die vanaf 1918 opereert, is niet het platform waarin de meeste Indonesische groepen vertrouwen hebben. - Men kreeg de non-coöperatieven en de coöperatieven: alleen de laatsten wilden met de Regering samenwerken zoals in de Volksraad - In 1926 en 1927 zijn er communistische opstanden: PKI wordt verboden . Bovendien wordt vanaf 1930 de PNI van Soekarno aangepakt - Deze aanpak, tezamen met de economische wereldcrisis verlamden de politieke ontwikkelingen van de nationale bewegingen. - Toen de economie weer opkrabbelde, Gouverneur-generaal De Jonge weg was en zijn opvolger Tjarda van Starkenborgh Stachouwer het roer had overgenomen ontstond er weer een opleving. Toen de overheid geen concessies wilde doen (Petitie Soetardjo) kwam er een samenballing van krachten: de GAPI ontstond. - Naarmate de Japanse dreiging groter werd, werden veel non-coöperatieven coöperatief, behalve PNI-Baroe en Partindo - Na mei 1940 waren de bewegingen pro-Nederland! Opnieuw werd een poging ondernomen die tot concessies zou moeten leiden, o.a. de kwestie van het opstellen van een Inheemse Militie, maar de Regering gaf geen krimp, want door de Tweede Wereldoorlog kon immers de Staten-Generaal in Nederland niet functioneren. Hierop volgde een nieuw samenwerkingsverband: de MRI - De Commissie Visman doet een eigenlijk overbodig uitgebreid onderzoek, vooral om tijd te rekken. Conclusie: geen enkele groepering wilde los van Nederland, maar wel zelfstandigheid binnen een Koninkrijksverband - De houding van de Indonesiërs vóór de Japanse aanval was: die Hollanders doen wel beloftes, en geven hoop, maar er gebeurt niets - Na de Japanse capitulatie was er een volksbeweging die wapens in handen kreeg, en in de intellectuele Indonesische kringen was er totaal geen vertrouwen meer in de Nederlanders. Opsomming van de belangrijkste bewegingen en partijen in de 20e eeuw tot de Japanse inval in 1942:
Coöperatief in de beginperiode van de Volksraad waren o.a.: SI, Indische Partij, PM, BO. Non-coöperatief vóór 1927: PKI Non-coöperatief na 1927: links doch niet marxisitisch: PBI, BO, PNI, Partindo, PNI-Baroe, Gerindo (de laatste is het felst tegen Japan in 30-er jaren) Non-coöperatief na 1927: rechts: Parindra, PSII Eind 30-er jaren waren alleen PNI-Baroe en Partindo nog non-coöperatief. |
Politieke
Raad (of Raad van Politie) vormde de hoogste gezagsinstantie in de
nederzettingen van de VOC in Azië buiten
Batavia en in Zuid-Afrika, en was
onderworpen aan de voorschriften van de Heeren XVII in Nederland en de
Gouverneur-generaal in Batavia.
De Raad werd voorgezeten door een gouverneur, commandeur, directeur of opperhoofd. De rest van de Raad bestond veelal uit de secunde (tweede man en hoofdadministrateur), de fiskaal, kapitein van het garnizoen, kassier, boekhouder e.a. |
Politionele Actie, 1e (Operatie Product) vond plaats 20/21 juli-5 aug. '47. Acties in Sumatra: Zuid-, en Deli; op Java werd gebied Batavia-Semarang, en Oost-Java+ deel Madoera bezet. Doel van deze actie:
Vóór een militair optreden is van de Commissie-generaal alleen De Boer die ontslag neemt. Tegen zijn Van Mook, Schermerhorn en Van Poll. De eerste dienstplichtigen vertrekken vanuit Nederland oktober/november 1946: de Zeven December-Divisie. Van de opgeroepen manschappen kwam 15% niet opdagen! Nederlandse legermacht in 1947 op Java en Sumatra:
De Nederlandse regering stuurde 27 mei 1947 een nota naar Djokjakarta: de Republiek moest de aangeklede (= Nederlandse) versie van het akkoord van Linggadjati accepteren, plus ook een gezamenlijke gendarmerie aanvaarden. De Republiek wees dit in een Nota van Antwoord op 8 juni 1947 af. Op 23 juni 1947 overhandigt Van Mook een ultimatum: mèt voorgaande eisen, plus een eis tot vorming van een interim-regering met een Nederlandse Gouverneur-generaal met beslissingsbevoegdheden. Soekarno wees het ultimatum af, en Sjahrir neemt ontslag als minister-president. Opnieuw een Nederlands ultimatum op 15 juli 1947: de Republikeinse troepen moesten zich 10 km van de frontlijn terugtrekken: de Republiek antwoordt negatief. Van 20/21 juli-5 aug. '47 vindt de Operatie Product plaats. Australië en India brengen op 30 juli '47 de zaak in de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad roept 1 augustus '47 op tot een staakt het vuren: Generaal Spoor en Luitenant-Gouverneur-generaal Van Mook wilden alsnog Djokjakarta aanvallen om de regering van de Republiek gevangen te nemen: de Nederlandse regering stond dit niet toe, en in de nacht van 4/5 augustus '47 werd de strijd gestaakt. Slachtoffers:
Resultaat:
Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963. |
Politionele Actie, 2e = Operatie Kraai 18/19 dec. 1948- 5 januari 1949. Een reden om nu met deze actie te beginnen was, dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met kerstreces zou gaan, en Nederland meende een maand lang de vrije hand te hebben. Parachutisten veroverden vliegveld vlakbij Djokjakarta, waarna versterkingen konden worden ingevlogen. Na een paar uur werd de Indonesische regering, incl. Soekarno, gevangen genomen, en onder huisarrest geplaatst. Later werden Soekarno en Sjahrir naar het Tobameer op Sumatra gebracht. Hatta e.a. naar het eiland Bangka. Midden-Java viel in Nederlandse handen, maar het zich terugtrekkende Republikeinse leger was niet verslagen. De bezetting van Oost-Java ging minder vlot. Ook op Sumatra een vlotte opmars maar geen uitschakeling van de Tentara Nasional Indonesia (TNI). Spoor had (incl. KNIL-militairen) ca. 102.000 man op Java, en 22.500 man op Sumatra, dus kon men moeilijk spreken van slechts een politionele actie. Op 19 december '48 maakten de USA en Australië het conflict reeds aanhangig bij de Veiligheidsraad, die van kerstreces werd teruggeroepen. Op 24 december '48 aanvaardde de Veiligheidsraad een resolutie: zij eiste:
De Nederlandse regering besloot tijd te rekken. Op 28 december '48 twee nieuwe resoluties:
Nederland boog nu, en zou 31 december '48 de strijd op Java en vlot daarna op Sumatra beëindigen. Op 28 januari 1949 aanvaardt de Veiligheidsraad een nieuwe resolutie: o.a.
Op 1 maart '49 bezette de TNI o.l.v. de kolonels Latief en Soeharto(!) voor enkele uren de stad Djokjakarta. Op 8 maart gaf Nederland toe: de regering van de Republiek kon terug naar Djokjakarta en men wilde een rondetafelconferentie. Vanaf 14 april '49 startte het Van Royen-Roem overleg. Pas half augustus '49 eindigden de schermutselingen De operatie "Kraai" was in de aanvang een militair succes, maar een politiek fiasco door opnieuw ingrijpen van de Veiligheidsraad, internationale boycotacties van Nederlandse schepen en vliegtuigen en een hardnekkige Republikeinse guerrilla. Bovendien had Nederland zich vergist in de houding van de federale deelstaten: deze bleek niet zo pro-Nederlands als ze hadden gedacht. Zie ook: Conferenties, stappen en gebeurtenissen in de relatie tussen Nederland en Indonesië 1945-1963. |
Pontianak
op Borneo, was één van de VOC-locaties.
Vestigingen:
|
POPDA
(Panitia Oeroesan Penangkoetan Djepang dan APWI).
Ontstaan in december 1945 als orgaan van het republikeinse leger (TKR).
Op verzoek van de Britten hielp zij bij het transport en de evacuatie
van Japanse
soldaten en APWI; graag werd op dit verzoek ingegaan om aan de
buitenwereld te laten zien dat de TKR geen ongeorganiseerde extremisten
waren.
|
Porselein
In 1296 maakte Marco Polo reeds melding van porselein in China.
Hij gaf het de naam porcella, naar een voor hem bekend weekdier met een
witte schaal.
De grondstoffen om porselein te maken zijn kaolien (klei) en petunse (een bezinksel van kiezelwieren en veldspaat), 't werd vermalen, gekneed en vormgegeven. Hierna werd het beschilderd en geglazuurd. Na het glazuren werd het gebakken bij een hoge temperatuur van ca. 1300° C. Het winnen van Kaolien. De Portugezen waren de eersten die Chinees porselein naar Europa brachten. Kraakporselein is porselein afkomstig uit China en genoemd naar het type Portugese schip dat het vervoerde: "caracca". Porselein kwam aanvankelijk met Chinese jonken uit China naar Batavia, omdat de VOC uit China werd geweerd. Toen er in 1728 weer gehandeld werd in China (Canton) ging het porselein rechtstreeks naar Nederland. Porselein was niet de belangrijkste handel voor de VOC (goed voor vijf procent van de veilingopbrengsten), maar wel zeer geschikt als ballast voor het schip vanwege de lichte thee aan boord, tevens afkomstig uit China. Ook kwam er porselein uit Japan, maar in mindere mate. "Chine de Commande" is porselein op bestelling. Niet alleen kwam er uit Nederland de vraag naar bepaalde afbeeldingen en motieven op het porselein, soms werd zelfs het gewenste model, in hout uitgevoerd, vanuit Europa naar China overgebracht. Om een idee te geven wat een retourschip vervoerde: in 1752 zonk de "Geldermalsen" in de Zuid-Chinese Zee. Het schip werd in 1984-1985 geborgen. Aan boord bleken 160.000 stuks Chinees porselein. In totaal verkocht de VOC een kleine 50 miljoen stuks, vooral in de periode 1730-1796.
|
Ternate en Tidore overmeesterd door Spaanse Vloot uit de Filippijnen. De Engelsen komen ook naar de Molukken.
Zie ook: Grensbepaling van Nederlands-Indië. |
Post
De VOC was niet enthousiast over particuliere post: ze was bang dat
belangrijke informatie zou doorsijpelen. Daarom werd al in 1624 bepaald
dat alle uitgaande post in en buiten Batavia bij de
opperkoopman moest
worden ingeleverd. Nadat deze post geopend en gelezen was kwam ze 'ín de
gemeene doose' voor het verdere vervoer: losse brieven waren op de schepen
niet toegestaan: alles moest 'ín de doose'.
Alle inkomende particuliere brieven gingen naar de deurwaarder van de Raad van Justitie, die ze "naer lecture" sorteerde en ze in een register inschreef, zodat men vlot kon zien welke post er was binnengekomen. In 1746 kwam het eerste postkantoor in Batavia, waarbij de ontvanger voor de porto opdraaide. Een jaar later werd echter 'de doose' in ere hersteld, want de Heeren XVII waren bang de controle te verliezen. In 1754 werd een pakketvaart geopend tussen Batavia, Cheribon, Tegal en Semarang. In 1785 moest alle post voor de Nederlanden worden ingeleverd bij de Generale Secretarie te Batavia, die het doorstuurde naar één van de Kamers in de Republiek. In 1789 ging men het vervoer en de portokosten beter regelen met behulp van gecommitteerden, ook in de Buitengewesten. In 1808 kwam er op Java een snellere verbinding tot stand dankzij de Grote Postweg, eerst te paard, later met postwagens. Vanaf 1818 ging de post niet alleen meer vanuit Batavia naar Europa, maar ook vanuit Semarang en Soerabaja. In januari 1863 trad een nieuw reglement in werking: de postdienst werd een gouvernementsmonopolie. In hetzelfde jaar verschenen de eerste brievenbussen, en wel in Batavia, Semarang en Soerabaja. In 1874 verschenen de eerste echte postzegels (portzegels): de verzender betaalt. De postdienst viel onder verschillende diensten:
Zie ook: Poststeen. |
Post,
Laurens Jan van der (1906-1996). Zuid-Afrikaner,
kwam als Lieutenant-Colonel (of was het Captain?) in Britse dienst op 20 februari 1942 op Java
aan, om vluchtwegen te organiseren voor de Britten i.v.m. de oprukkende
Japanners. Na de overgave van Nederlands-Indië (8 maart '42) trok hij met een
guerrillagroep de bergen van zuidwest Java in, voorzien van door het KNIL
geleverde wapens. Deze actie kreeg de naam "43 Special Mission".
Op 20 april '42 werd hij gevangen genomen door de
Japanners.
In augustus 1945 kwam hij vrij, na de Japanse capitulatie. Zijn belang is, dat zijn invloed in de politiek van de SEAC o.l.v. Mountbatten cruciaal is geweest. Hij schilderde Lady Edwina Mountbatten namelijk een beeld van Java in september 1945 dat met de werkelijk niets van doen had: "Bijna overal was de stemming op Java anti-Nederlands" (wat in september beslist niet het geval was), en "De Republiek had op Java flink wortel geschoten". Zijn overtuigende verhaal bereikte Mountbatten, die daarna verkondigde dat de Britse soldaten er niet waren om het Nederlandse gezag te herstellen. Op deze manier had hij een geldige reden om het aantal troepen te beperken (alleen voor key-areas), omdat ze in Indo-China meer van node waren. Door deze beperkte Britse aanwezigheid hadden de Japanners (die er waren voor orde en rust) er geen moeite mee om op vele plaatsen vrijwillig of zonder veel verzet hun wapens aan de Pemoeda's te gunnen, waardoor de situatie in oktober 1945 een stuk grimmiger was geworden dan in de maand er voor. In 1947 verliet Van der Post Batavia, en ondernam later in opdracht van de Britse regering een ontdekkingstocht in het huidige Malawi in Afrika. Zijn grootste bekendheid verkreeg hij echter door het schrijven van boeken. In zijn laatste boek "The Admiral's Baby" (gepubliceerd in 1996) waarin de achtergronden van zijn denken naar voren komen, is te lezen: "de VOC was de meest roofzuchtige en meedogenloze handelsorganisatie in de geschiedenis", terwijl Raffles de "eerste Europeaan was die echt gaf om de Javaan en zijn cultuur". In 1981 kreeg hij de titel van 'Sir', en in 1982 werd hij peetvader van de pas geboren Prince William. Tevens was hij adviseur van prime minister Thatcher. In de negentiger jaren komt de kritiek los: op internet verschijnt het verslag van D.W.N. Kriek, die deelnam aan de "43 Special Mission", waarin hij wijst op de vele onwaarheden in het verhaal van Van der Post over deze missie. Dan verschijnt het boek van J.D.F. Jones: "The Storyteller, The Many Lives of Laurens van der Post", die de vele uitspraken en geschriften van Van der Post onderzoekt, en tot de ontstellende ontdekking komt, dat er toch wel zeer veel onjuistheden zijn te vinden. |
Poststeen
In de beginperiode van de VOC
werd op plaatsen waar regelmatig schepen v.v. passeerden de in- en
uitgaande post onder een grote steen gelegd, genaamd de poststeen. Eén
van deze plaatsen was Kaap de Goede Hoop,
waar schepen van en naar Indië, Ceylon en
Nederland etc. passeerden en vaak aanlegden.
Zie ook: Post. |
Potgieter, E.J. (1808-1875), lit. "de Liedekens van Bontekoe" |
Pracht en Praal zie Plakkaat tegen Pracht en Praal |
Prambanan hindoeïstisch tempelcomplex bij Djokjakarta
|
Preangerstelsel In de periode
van Raffles werd gebroken met het dwang- en
monopoliestelsel van de
VOC-periode. Maar vanwege het belang van de Preangerregentschappen als
uitstekend koffieland werden de hervormingen hier niet doorgevoerd.
De regenten behielden zo het recht van belastingheffing in geld,
producten en arbeid, wat tot uitbuiting van de bevolking leidde. In 1871 werd dit stelsel afgeschaft.
|
Prefectuur Onder Daendels: hij wilde Java in 9 prefecturen verdelen. De resident werd prefect, later landdrost. Met Raffles kwam de term residentie weer terug. |
Presidenten van de Republiek Indonesië. |
Princen,
Poncke, geboortenaam Johannes (Jan) Cornelis Princen. (1925-2002).
Een omstreden figuur, vanwege zijn overlopen in 1948 naar het Indonesische leger. Enkele data:
|
Prins, A. (1816-1867)gouverneur-generaal
Waarnemend in 1861 en waarnemend in 1866 vóór en na het gouverneursschap van Sloet van de Beele, vanuit zijn functie van vice-voorzitter van de Raad van Indië Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Priyayi de traditionele bureaucratische elite op Java en Madoera, de stand van hoge ambtenaren en edellieden of regenten. |
Proces 1930 Landraad te Bandoeng; tegen vier voormannen van de PNI; Soekarno hield een pleidooi van twee dagen. (Hatta en Sjahrir zaten toen in Nederland; Hatta was in 1928 in een proces in Den Haag wegens opruiing vrijgesproken). Soekarno kreeg vier jaar gevangenisstraf. Eind 1931 kwam Soekarno weer vrij, en werd warm onthaald door de bevolking. |
Proclamatie
Op 17 augustus 1945 proclameert Soekarno in
een eenvoudige plechtigheid de onafhankelijkheid van Indonesië, met de
tekst:
"Wij, het volk van Indonesië roepen hierbij de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Zaken betreffende de machtsovername zullen stipt en zo spoedig mogelijk worden geregeld." Zie ook: Onafhankelijkheidsverklaring |
Proefstations
werden in de tweede helft van de 19e eeuw in Nederlands-Indië ingesteld
om wetenschappelijk onderzoek te doen: bij producten zoals thee,
koffie, rubber en suiker
werden nieuwe ontwikkelingen uitgetest. Het Gouvernement bezat het
'Algemeen Proefstation voor den Landbouw' en het 'Boschbouwproefstation',
gericht op inheemse landbouw en ondernemingscultures die niet over eigen
proefstations beschikten.
Tevens was er 's Lands Plantentuin in Buitenzorg. Ook in Nederland waren er activiteiten op dit gebied, zoals bij het in 1871 in Haarlem geopende 'Koloniaal Museum', en later bij het in 1910 opgerichte 'Koloniaal Instituut' te Amsterdam, het latere Tropeninstituut. Zie ook: Landbouwcongressen. |
Proeftuin van Modjokerto Voorjaar 1947 werd hier een nieuwe vorm van bestuur uitgeprobeerd: het dagelijks bestuur kwam bij de Republikeinse resident terwijl de eindverantwoordelijkheid van de ordehandhaving lag bij de plaatselijke Nederlandse militaire commandant. Deze vorm werd tevens toegepast in Sidoardjo en na een overeenkomst tussen het Nederlands-Indische gouvernement en de Republikeinse regering op 6 mei 1947 ook te Buitenzorg. |
Provoost, zie VOC-Scheepsbemanning |
Terug naar de startpagina |