Terug naar de startpagina |
Gaboengan Politik Indonesia (Gapi) mei 1939, een federatie van vrijwel alle legale nationalistische partijen (o.a. Parindra, Gerindo, PSII). Haar doelstelling is een volwaardig parlement, en niet een pseudo-parlement als de Volksraad. |
Gajah Mada uitstekend rijksbestuurder onder koningschap Hayam Woeroek (1350-1389) van het Majapahit-rijk |
Gajo's
Dit volk bewoont de hooglanden van Gajo op Sumatra,
omringd door het gebied van de Atjehers. Hun gebied is omgeven door een
moeilijk toegankelijk woudengebied. Ze spreken een eigen taal: 180.000
(1989). Er is grote
verwantschap met de Batak, maar ook met de
Atjehers.
Toen in de 17e eeuw het Gajo-gebied bij het koninkrijk van Atjeh behoorde, ging de bevolking over op de Islam. De sava (natte rijstbouw) is een belangrijk middel van bestaan.
Het familierecht is patriarchaal, maar bijzonder is, dat de schoonzoon door z'n schoonvader als zoon wordt aangenomen en bij hem komt inwonen. Ook de kleinkinderen gaan via deze band behoren tot de familie van de moeder. Zie ook: Bevolkingsgroepen. |
Gambir De
gambirstruik kwam alleen voor in enkele gebieden van Sumatra
en West-Borneo. Door de bladeren en twijgen te
koken ontstond een looihoudend extract dat in blokken werd gegoten:
blokgambir, gebruikt om leer te looien en voor 't zwartverven van zijde.
Tevens werd het toegepast in ketels om ketelsteen tegen te gaan. Zeker 2/3
van de productie was echter bestemd voor 't sirihkauwen door de
bevolking.
|
Gamelan Javaans orkest, met vooral slaginstrumenten |
Gapi zie Gaboengan Politik Indonesia |
Garantieverklaring 2 augustus 1947 De Nederlandse regering gaf deze verklaring uit dat zij ook na de soevereiniteitsoverdracht aan de Indonesische regering verantwoordelijk zou blijven voor de rechtspositie van in Nederland aangeworven ambtenaren. Na o.a. verontwaardiging bij de in Indië aangenomen ambtenaren, veelal Indo-europeanen, kwam op 17 oktober 1947 een "Interpretatie" van de Verklaring, waarin de Nederlandse regering beloofde om aan de rechtsopvolgers van de Indische regering de eis te stellen hen netjes te behandelen. Uiteindelijk, tijdens de Rondetafelconferentie van 1949, werd besloten dat Indonesië, als overgangsfase, gedurende een periode van twee jaar de rechten van de in haar dienst overgegane ambtenaren zou respecteren. |
Garoet-affaire 1919 Een afdeling van de Sarekat Islam in de Preanger haalde een lokale welgestelde paardenfokker en tabaksverbouwer (Hadji Hasan) over geen rijst meer aan het gouvernement te leveren. Resident De Stuers doodde hem en zijn familie. |
Geïnterneerden Zie "Slachtoffers in de Japanse tijd". |
Geleide Democratie In de vijftiger jaren draaide de Indonesische economie erg slecht, en het parlementaire systeem werkte niet. In 1959 besloot Soekarno terug te keren naar de grondwet van 1945, en schakelde het parlement uit. Politieke tegenstanders verdwenen achter de tralies, zoals Sutan Sjahrir en Ide Anak Agung Gde Agung. Kwesties als Nieuw-Guinea moesten de aandacht afleiden. Maar zijn Nasakompolitiek (een synthese van nationalisme, islam en communisme) mislukte na 1962 echter volledig. |
Generale Missiven zijn de verslagen die de Gouverneur-generaal en de Raad van Indië naar de Heeren XVII stuurden over de activiteiten van de VOC en zijn kantoren. |
Generale
Opneem of Opgaaf jaarlijks geschrift
waarin Vrijburghers hun bedrijfsresultaten en bedrijfsbezittingen moesten
noteren i.v.m. de belastingbepaling.
Zie ook: Zuid-Afrika. |
Generale
Wapenschouwing of Optrek Groot jaarlijks evenement van
mannelijke Vrijburghers, die verplicht als schutter dienden in één van de burgercompagnieën.
Op deze gebeurtenis toonden ze hun kunnen, waarbij het feestelijke aspect
niet werd vergeten.
Zie verder bij: Zuid-Afrika. |
Gerakan Rakjat Indonesia 1937 opgericht (Gerindo). Was net als Parindra meer coöperatief. |
Gerbrandy. Pieter Sjoerds (1885-1961); minister van koloniën, 1941-1942 In 1939 werd hij minister van Justitie in het kabinet-De Geer. Met zijn medeministers week hij 13 mei 1940 naar Engeland uit. Daar stelde hij zich onmiddellijk te weer tegen het defaitisme van de minister-president De Geer. Toen deze in september 1940 moest aftreden, werd Gerbrandy minister-president; tot 1942 bleef hij ook minister van Justitie en van 1941 tot 1942 tevens minister van Koloniën. Van 1942 tot 1945 stond hij aan het hoofd van een departement ‘Algemene Oorlogvoering’. Hij was te Londen de verpersoonlijking van Nederlands hechte verbondenheid met de geallieerden, herstelde door zijn vastberadenheid, zijn ondubbelzinnig gedrag en zijn felle taal het door De Geers houding geschokte prestige van de regering en genoot ook het vertrouwen van Churchill. Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Gericke, J.F.C. maakte een Bijbelvertaling in het Javaans, die in 1852 gereed kwam |
Gerindo zie Gerakan Rakjat Indonesia |
Gezinsplanning
Vanaf 1968 is in Indonesië een begin
gemaakt met een actieve bevolkingspolitiek vanwege de overbevolking op
vooral Java: wie zich als 'akseptor' liet inschrijven verklaarde niet meer
dan twee kinderen te zullen nemen, en werd daarvoor beloond met o.a. een
betere toegang tot medische zorg, onderwijs, banen, promotie en krediet.
En het hielp: in de periode 1970-1980 lag de gemiddelde bevolkingsgroei op 2,3%; in de periode 1980-1992 was de groei teruggelopen naar 1,8%. Hierbij valt op te merken dat de daling mede te maken kan hebben met de groei van de welvaart in laatstgenoemde periode. Zie verder Java-overbevolking en Transmigratie. |
Gobbelschroij, Pierre Louis Joseph Servais van (1784-1850), minister van koloniën in 1830. Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Godsdienst op Java Islam 87%, Christenen 10% (tweederde protestant, eenderde katholiek); rest: a. boeddhisme, taoïsme (Chinezen), b. hindoeïsme (Tenggerezen, Balinezen) c. door hindoeïsme beïnvloed animisme (Badoei's – West-Java) |
Goens, Rijcklof van (1619-1682);
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Goldberg, jhr.Johannes (1763-1828) minister van koloniën (directeur generaal) 1814 (wnd.) en 1815-1818. Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Goltstein van Oldenaller, Willem baron van (1831-1901) minister van koloniën 1874-1876 en 1879-1882. Conservatief.
Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Gonggrijp, G.L. Resident van Rembang in de Ethische Periode. Hij schreef onder het pseudoniem de "Opheffer" vele artikelen voor o.a. "Het Bataviaasch Handelsblad" |
Gorontalezen
zijn woonachtig in de noordelijke arm van Celebes,
met als centrum Gorontalo. Ze hebben een eigen taal (900.000 - 1989), die dicht bij de Filippijnse
talen staat. De bevolking is hoofdzakelijk Islamitisch.
De landbouw staat op een laag peil, maar er zijn wel talrijke takken van
nijverheid: producten van rotan, gevlochten
hoeden en dozen.
Zie ook: Bevolkingsgroepen. |
Goud en Zilver Inlandse goudontginning dateert reeds van vóór de Hindoe-rijken. Goud komt steeds voor samen met zilver. In de 1930'er jaren werd jaarlijks ca. 2.000 kg goud en 18.000 kg zilver gewonnen. Vindplaatsen: vooral Sumatra, Borneo en Celebes. |
Gouvernements-Marine
De "Dienst der Scheepvaart" viel onder het Departement der Marine, en had drie poten:
Vanaf 1929 was bepaald dat de schepen in geval van mobilisatie gemilitariseerd konden worden. Dit geschiedde inderdaad in 1939. |
Gouverneur-generaal In de periode van
de VOC (1602-1799) was de gouverneur-generaal vanaf 1609 de hoogste gezagdrager
in Oost-Indië. Hij werd benoemd door de Heeren XVII. In de 19e en 20e eeuw is hij hoofd van het Algemeen bestuur en oefende gezag uit in naam van de koning. Zijn regeringsbeleid was onder toezicht gesteld van de Staten-Generaal door tussenkomst van de minister van koloniën. Hij was hoofd van de uitvoerende macht en opperbevelhebber van de in Indië aanwezige strijdkrachten. De Gouverneur-generaal werd benoemd en ontslagen door de koning, op voordracht van de ministerraad. Hij moest Nederlander zijn en tenminste 30 jaar oud. Hoewel er geen bepaling was betreffende de ambtstermijn, was het regel dat na vijf jaar het ontslag werd aangevraagd. Zie ook Bestuursstructuur, Bestuurlijke Topfuncties en Gouverneurs-generaal op rij. |
Gouverneurs-generaal
en hun leeftijd in functie.
Wat was de leeftijd van de GG's toen ze in werkelijke functie kwamen? Het tijdvak 1602-1949 is verdeeld in periodes van 50 jaar en is de gemiddelde aanvangsleeftijd in de functie van Gouverneur-generaal berekend. Hierbij zijn niet meegerekend de leeftijden van Pieter Both en Gerard Reynst, omdat hun geboortejaar niet bekend is. Tevens is de Britse periode 1811-1816 niet meegeteld. Wèl zijn meegerekend de leeftijden van Jacques Specx en Cornelis van der Lijn, omdat hun 'vermoedelijke' geboortejaar bekend is, alsmede waarnemende GG's, en de Commissaris-generaal die in functie was toen er geen Gouverneur-generaal in functie was: Bus de Gisignies.
Als we kijken naar de VOC-periode en de periode erna dan zien we twee keer hetzelfde patroon: in de pionierstijd (1602-1649 en 1800-1849) gemiddeld resp. 39,1 en 48,7 jaar oud bij het in functie gaan. Daarna, in de periode van de consolidatie, lopen de leeftijden per periode steeds op. Zie ook: VOC-Carrière, Gouverneurs-generaal: hun komen en hun gaan, en Gouverneurs-generaal op rij |
Gouverneurs-generaal
op rij.
A. Benoemd door de Heeren XVII:
B. Benoemd door de Nederlandse overheid:
Zie ook: VOC-Carrière, Gouveneurs-generaal: hun komen en hun gaan, en Gouverneurs-generaal en hun leeftijd in functie. |
Gouverneurs-generaal:
hun komen en hun gaan
Onderstaande overzichten willen een idee geven in wat voor hoedanigheid GG's naar Indië gingen, en hoe het einde van hun functie was. Het laat tevens zien hoe het plaatje er uit ziet in de VOC-periode, vergeleken met de periode er na. De benoeming tot GG is het uitgangspunt, ook geldend voor waarnemende GG's, alsmede voor iemand die meer dan één keer is benoemd. Meegeteld is Commissaris-Generaal Du Bus, omdat er op dat moment geen GG was. De Engelse periode is buiten beschouwing gelaten. De genoemde percentages zijn afgerond. A. Hoe naar Indië? (vermeld is het aantal GG's met daarna het percentage)
B. Hoe was de afloop van de GG-functie?
Hoe is het hoge sterftecijfer te verklaren onder de GG's in functie in de VOC-periode? Niet doorslaggevend:
Wel doorslaggevend:
Voor het juiste beeld is bij deze laatste berekening het einde van de laatste benoeming van de GG beschouwd als het einde van zijn verblijf in de tropen. De uitdrukking: "tropenjaren tellen dubbel" moge hieruit blijken! Tevens laten de cijfers zien dat de binding met Indië in de VOC-periode veel groter was dan in de periode er na: steeds vaker ging de GG pas naar Indië als zijn ambtsperiode startte, om daarna direct weer naar Europa terug te keren. Zie ook: VOC-Carrière en Gouverneurs-generaal en hun leeftijd in functie |
Gowa, Sultanaat in Makassar saboteerde het Nederlandse specerijen monopolie en trachtte de islam op te leggen aan z'n Boeginese buurstaten, wat in 1609 tot oorlog leidde. De VOC gaf in 1669 aan Gowa de genadeklap |
Graaff, Simon de (1861-1953)
Zie ook: Ministers van Koloniën. |
Graeff, jhr. Mr. Andries Cornelis Dirk de (1872-1957);
Gouverneur-generaal 1926-1931
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij. |
Grensbepaling
van Nederlands-Indië Toen de Europeanen neerstreken in
zuidoost-Azië wisten zij de lokale vorsten aan zich te binden middels
contracten, door dwang verkregen of door het aanbieden van bescherming
tegen andere vorsten. In de regel respecteerden de Europeanen deze
contracten van de andere Europese machten. Was de handel in een regio van
groot belang (bijv. de Molukken) dan stond
echter niets in de weg om tot strijd over te gaan. In de loop van de 17e
eeuw gingen Europeanen onderling over tot overleg om tot gebiedsafbakening
te komen. In voor de handel minder interessante gebieden (bijv. Nieuw-Guinea)
was het plaatsen van een bord aan de kust reeds voldoende om tot
afbakening te komen. Tot in de 19e eeuw was het lang niet geheel duidelijk
wat van wie was. Vaak waren er geen contracten en contacten met lokale
vorsten en waren er slechts kleine of helemaal geen Europese vestigingen.
In eerste instantie waren de Portugezen en Spanjaarden elkaars tegenspelers in zuidoost-Azië , later de Nederlanders en de Engelsen.
In het bovenstaande is te zien, dat pas in de 19e eeuw de grenzen van Nederlands-Indië langzamerhand duidelijk zichtbaar werden. Dit was ook het gebied dat uiteindelijk de Republiek Indonesia zou heten. |
Grondnoot (of apenootjes of pinda's) komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Het wordt hoofdzakelijk voor eigen gebruik geteeld, en is belangrijk vanwege het hoge vet- en eiwitgehalte, naast het zetmeel-hoofdvoedsel van rijst / maïs / cassave. |
Grondwet, nieuwe van Indonesië per
17-08-1950, waarbij er geen kwestie meer was van een federatieve staat,
maar van een eenheidsstaat, geregeerd vanuit Djakarta. |
Groot,
Hugo de (1583-1645), rechtsgeleerde.
In de periode van de Eerste Expedities naar Indië wensten de Staten van Holland geen strijd met de Spanjaarden en Portugezen aldaar. Alleen in geval van zelfverdediging mocht tot actie worden overgegaan. Doch de Portugezen waren niet van plan ons zomaar een handelsplekje te gunnen, waardoor dan ook de in 1602 opgerichte VOC in naam van de Staten-Generaal forten mocht bouwen, soldaten kon werven en zelf contracten mocht sluiten met inlandse vorsten. De VOC gaf daarom de opdracht aan de 21-jarige Hugo de Groot (Hugo Grotius) om de eigen rechten van de Republiek, maar ook die voor de andere Europese landen, op een rij te zetten. In de jaren 1604-1605 kwam hij met 'De jure praedae commentarius', met als twaalfde hoofdstuk 'Mare Liberum'. Het werk werd tijdens zijn leven niet gepubliceerd. In 1609 verscheen wel het deel 'Mare Liberum', waarin hij opkwam tegen de opvatting van de Portugezen dat zij soevereiniteitsrechten op volle zee konden doen gelden. Het in opdracht van de VOC geschrevene is een voor die tijd groots werk geweest. Doch zou Hugo de Groot dezelfde opdracht ca. 1680 gekregen hebben, toen de VOC zich al stevig had gevestigd in Indië, dan zou 'Mare Liberum' waarschijnlijk iets minder 'liberum' zijn geweest. |
Groot-ambtenaarsexamen ingesteld in 1864: een vergelijkend examen in Den Haag (opleidingen in Delft en Leiden) en Batavia: de besten kregen toegang tot de Indische ambtelijke dienst. In Batavia ontstond in 1867 de Afdeling B op het in 1860 geopende gymnasium Koning Willem III (in 1867 omgezet in HBS), wat vooral gunstig was voor de Indo-Europeanen. Tussen 1865 en 1899 telde het aantal afgestudeerden in Batavia 370, en in Leiden/Delft 1119 (juristen niet meegerekend) Het examen omvatte:
Vanaf 1872 ging 'godsdienstige wetten, volksinstellingen en gebruiken van Nederlands-Indië' naar verplicht, en verdwenen 'landmeten en waterpassen' en 'boekhouden' van de lijst. Men kon deelnemen aan het Grootambtenaarsexamen met een:
Zie ook: Opleiding Indische ambtenaren. |
Groot-Indie Studenten Conferentie, 2e 1928; waar het denkbeeld werd geproclameerd van een Indonesische staat (één volk, één taal, één natie). Zie ook Indonesisch Jeugdcongres. |
Grote Postweg; weg die loopt over de gehele lengte van Java, van Anjar in het westen tot Panaroekan in het oosten met een lengte van ca. 1000km. De weg is aangelegd in de periode 1808-1811 onder Gouverneur-generaal Daendels; bestaande stukken weg werden verbeterd en nieuwe gedeelten aangelegd. De bevolking langs die weg was gedwongen hieraan mee te werken. Deze weg werd in de eerste plaats aangelegd om militaire bewegingen te bespoedigen. Voorbeeld: de reis van Batavia naar Soerabaja nam eerst drie weken in beslag, nu één week tot veertien dagen. Onderweg kon men op wisselplaatsen zich voorzien van verse paarden en/of buffels. De route liep van Anjar naar Batavia, vervolgens langs Buitenzorg, Bandoeng, Tjeribon, Tegal, Demak, Rembang, Soerabaja, Probolingo, Besoeki om bij Panaroekan uit te komen. |
Gutta-percha-cultuur
Ook wel 'getah pertja' genoemd en lijkt op rubber cq. plastic. De gutta
was bij gewone temperatuur hard, werd boven de 50° vervormbaar en bij
daling van temperatuur opnieuw hard. Het werd gebruikt als isoleringmateriaal voor onderzeese telegraafkabels; na de invoering
van de draadloze telegrafie ging de betekenis van dit product achteruit.
Wel werd het materiaal verwerkt in golfballen. Tegenwoordig wordt het o.a.
nog gebruikt in de tandheelkunde. Aanvankelijk groeiden de bomen die gutta leverden alleen op Sumatra
en Borneo, maar aan het eind van de 19e eeuw
legde het gouvernement een aanplant aan op Java.
Telegraafkabel: het zwartgekleurde is gutta. |
Terug naar de startpagina |